230113 grammatica zinsdelen §8

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leg je deze materialen op tafel?

Een pen
Nederlands lesboek
Een schrift
IPad

Slide 2 - Tekstslide

Waar werken we naartoe?
23 januari start toetsweek

Grammatica §2, 4, 6 en 8
Grammatica havo §9 en 11

Slide 3 - Tekstslide

Programma vandaag

- pv, wg en ow herhalen
- Uitleg grammatica §8 + oefenen
- 3 vlogs bekijken en beoordelen



Slide 4 - Tekstslide

Ontleed de volgende zin. Zet strepen tussen de zinsdelen. Benoem pv, ow en wg.


Ik sta al een uur op je te wachten! 

timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Programma vandaag

- pv, wg en ow herhalen
- Uitleg grammatica §8 + oefenen
- 3/4 vlogs bekijken en beoordelen



Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze leerdoelen ken ik al:
  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
  • Ik kan het onderwerp van een zin vinden.
  • Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen.

Dit leer ik vandaag:
  • Ik kan het lijdend voorwerp in een zin vinden.

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Het lijdend voorwerp (lv) komt voor in zinnen waarin iets/iemand wat 'overkomt' of 'ondergaat'. Het lijdend voorwerp is de persoon die iets 'overkomt' of het voorwerp dat iets 'ondergaat'. 

Voorbeeld: Jan | slaat | Henk | tegen zijn schouder.|
                         ow   pv/wg     lv

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel. Zo vind je het lijdend voorwerp:
1. Zoek de persoonsvorm en deel de zin op in zinsdelen. 
2. Benoem het ow en wg. 
3. Stel de vraag: wie/wat + wg + ow?
4. Het antwoord is het lijdend voorwerp van de zin. 
5. Krijg je geen antwoord? Dan is er geen lijdend voorwerp. 

Slide 9 - Tekstslide

Wie/wat is het lijdend voorwerp:
Emmy is spaghetti aan het eten.
A
Emmy
B
is
C
spaghetti
D
aan het eten

Slide 10 - Quizvraag

Wie/wat is het lijdend voorwerp?
Wie at alle boterhammen op?
A
Wie
B
at
C
at op
D
alle boterhammen

Slide 11 - Quizvraag

Wie/wat is het lijdend voorwerp?
Uiteindelijk moest de generaal de aanval in de woestijn afbreken.
A
de generaal
B
de aanval in de woestijn
C
uiteindelijk
D
er is geen lv

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen grammatica §9
Opdracht:
Grammatica §2(blz. 214) : opdracht 2, 3 en 4


Hoe: Je maakt het alleen
Wat: Een pen en je schrift.
Klaar: Kijk je antwoorden na met het antwoordenboekje.
Meld je daarna even bij mij.

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Pauze
timer
4:00

Slide 15 - Tekstslide

Vlogs bekijken
Opdracht:
We bekijken met elkaar de vlogs.
Je kiest één onderdeel van punt 3 t/m 10.
Na afloop geef je een top en een tip.

Hoe: We doen het klassikaal
Wat: Een beoordelingsformulier


Slide 16 - Tekstslide

Vlogs bekijken
Daanish
Danny
Darav
Desley
Djoey
Eline





Slide 17 - Tekstslide