In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
Je gaat je voorbereiden op het schrijven van je tekst. Je start met je te oriënteren op mogelijke onderwerpen. Je kiest bij voorkeur voor onderwerpen waar je je een mening over wil vormen of waar je je al een (voorlopige) mening over hebt gevormd.
Je kiest twee voorlopige onderwerpen voor je betoog. Je gaat op zoek naar zoveel mogelijk informatie over deze twee onderwerpen en maakt daarbij gebruik van betrouwbare en actuele bronnen. Je hoeft in deze fase nog niet je definitieve standpunt te bepalen. Daartoe moet je eerst goed onderzoek doen.
LET OP! Besteed aan het vooronderzoek naar ieder onderwerp niet meer dan 15 minuten. Kom je erachter dat je bij een van de onderwerpen van je keuze geen goede informatie kan vinden? Wissel dan in deze fase van onderwerp.
Onderzoeksfase
Je hebt nu definitief voor je onderwerp gekozen. Nu ga je je echt verdiepen in het onderwerp van je keuze. Je gaat voor je tekst op zoek naar bruikbare informatie die afkomstig is van tenminste drie actuele, betrouwbare bronnen. .
Je uiteindelijke doel is om in deze fase te komen tot een concreet standpunt ten aanzien van je onderwerp: een zin die jouw mening ten aanzien van het onderwerp helder verwoordt.
Let op! Het is mogelijk dat je in deze fase je mening ten aanzien van je onderwerp moet herzien!
Structureringsfase (1)
In de structureringsfase ga je de informatie die je hebt verzameld, ordenen. Dat gebeurt eigenlijk vanzelf als je die verwerkt in een bouwplan. Voordat je een bouwplan kan maken, moet je bij een betoog eerst zorgen voor een goed overzicht van je argumentatie.
In een argumentatieoverzicht start je met het beschrijven van je standpunt. Daaronder schrijf je ten minste twee argumenten op die jouw standpunt ondersteunen. Aan die argumenten mag je onderschikkende argumentatie toevoegen. Verwerk in je overzicht ook minimaal een tegenargument en een weerlegging.
Structureringsfase (2)
Je argumentatieoverzicht verwerk je uiteindelijk in je bouwplan. Ook bij een betoog start je met het beschrijven van je doelgroep, schrijfdoel en tekststructuur. Bedenk ook alvast een werktitel. Neem in je bouwplan ook signaalwoorden op.
Je mag je onderwerp in een aparte alinea aankondigen, maar je verwoordt in de inleiding in ieder geval duidelijk je standpunt. In het middenstuk wijd je aan ieder argument voor je standpunt een aparte alinea. Ook je tegenargumentatie en weerlegging verwerk je in een of twee alinea's. In het slot van je tekst herhaal je je standpunt. Een bouwplan vind je in kanaal Nederlands - bestanden - map schrijfvaardigheid.
Een voorbeeld van een bouwplan bij een betoog en een voorbeeld van een betoog zijn toegevoegd als bijlagen 2 en 3.
De verwerkingsfase
In de verwerkingsfase ga je alle informatie die je hebt verzameld en geordend, verwerken tot een eindproduct. Houd daarom de volgende planning aan: