NN mh1 H5 Taalverzorgin spelling; over de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Taalverzorging

over de verleden tijd van zwakke werkwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

over de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bij twijfel
Wanneer schrijf je in de verleden tijd nu
ik vorm + te(n)
of
ik vorm + de(n)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Tijdens het toneelstuk gaapte/gaapten veel toeschouwers voortdurend.
A
gaapte
B
gaapten

Slide 6 - Quizvraag

gaapten
veel toeschouwers = onderwerp (meervoud)
v.t. meervoud is ik-vorm + ten
gaap + ten
hele werkwoord is gapen

Slide 7 - Tekstslide

Mijn broer beweerde/beweerdde dat hij was gezakt voor zijn rijexamen.
A
beweerde
B
beweerdde

Slide 8 - Quizvraag

beweerde
onderwerp = mijn broer (enkelvoud)
v.t. enkelvoud = ik vorm + de
beweer + de
hele werkwoord is beweren

Slide 9 - Tekstslide

Gabriele frunnikte/frunniktte de hele tijd zenuwachtig aan haar knopen.
A
frunnikte
B
frunniktte

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

De chirurg opereerdde/opereerde voor de vijfde keer op deze dag.
A
opereerdde
B
opereerde

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Het smeltwater in het voorjaar leide/leidde tot veel overstromingen.
A
leide
B
leidde

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

De ceremoniemeester heette/hete alle gasten van harte welkom.
A
heette
B
hete

Slide 16 - Quizvraag

heette
onderwerp = ceremoniemeester (enkelvoud)
v.t. enkelvoud = ik vorm + te
heet + te
hele werkwoord is heten

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk
Maken bladzijde 136 + 137
opdracht 2, 3, 4, 5

Slide 18 - Tekstslide