D1 1.4 - Opbouw en indeling

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen 1.4

  • Kort herhalen theorie Lezen 1.3
  • Theorie Lezen 1.4
  • Opdrachten maken
  • Klassikaal spellen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 1.3

Slide 3 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?
A
inschatten of een tekstdoel betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de hoofdgedachte is.
B
Het verkennen van het doel en de hoofdgedachte van een tekst en het kunnen fluiten en zingen van luisterteksten.
C
Inschatten of een tekst betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen hoe waardevol de informatie is.
D
Leren over lezen van luisterteksten en -boeken en het bepalen hoe je informatie

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke zes tekstdoelen behoor je te kennen?
A
Informeren, insinueren, beloven, activisme, behoren, amuses.
B
Informeren, instrueren, beliegen, activiteiten, beschimpen, amuseren.
C
Informeren, instrueren, overtuigen, overhalen, opiniëren, amuseren.
D
Informeren, instrueren, betogen, activeren, behandelen, amuseren.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het einde van de les herken je de opbouw (structuur) van een tekst, zodat je snel je weg in een tekst kunt vinden en je de tekst beter begrijpt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

VOORBEELD

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

5 VRAGEN

Slide 16 - Tekstslide

WAT VOOR VERBAND GEEFT HET SIGNAALWOORD 'MAAR' AAN?
A
OORZAAK - GEVOLG
B
TIJD
C
TEGENSTELLING
D
CONCLUSIE

Slide 17 - Quizvraag

WAT VOOR VERBAND GEEFT HET SIGNAALWOORD 'BIJVOORBEELD' AAN?
A
OORZAAK - GEVOLG
B
TIJD
C
TEGENSTELLING
D
TOELICHTING

Slide 18 - Quizvraag

WAT VOOR VERBAND GEEFT HET SIGNAALWOORD 'DAARDOOR' AAN?
A
OORZAAK - GEVOLG
B
TIJD
C
TEGENSTELLING
D
CONCLUSIE

Slide 19 - Quizvraag

WAT VOOR VERBAND GEEFT HET SIGNAALWOORD 'INDIEN' AAN?
A
OORZAAK - GEVOLG
B
TIJD
C
VOORWAARDE
D
CONCLUSIE

Slide 20 - Quizvraag

SLEEPVRAAG

Slide 21 - Tekstslide

Opsomming / volgorde (van tijd)
toelichting of voorbeeld
Om te beginnen
daarna
Verder
evenals
zo
ten eerste
zowel ... als
zoals
kijk eens naar
neem nou
bijvoorbeeld

Slide 22 - Sleepvraag

AAN DE SLAG

Slide 23 - Tekstslide

Lezen, luisteren, kijken 1.4

-> Je maakt opdracht 1 t/m 4 van paragraaf 1.4.

Let op: je hebt iedere les je oortjes/koptelefoon nodig!

Slide 24 - Tekstslide

Beter spellen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link