Obv10.1 opgroeien v02

Start hoofdstuk 10
Maak een woordenwolk "H10 Je verandert",
 met minstens 30 woorden uit hoofdstuk 10.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Start hoofdstuk 10
Maak een woordenwolk "H10 Je verandert",
 met minstens 30 woorden uit hoofdstuk 10.

Slide 1 - Tekstslide

H10.1 Opgroeien

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les:
  1. kan je uitleggen wat een levensfase is en benoemen welke er zijn.
  2. kan je uitleggen wat lichamelijke en geestelijke ontwikkeling is en je kan er per ontwikkeling 2 voorbeelden van geven.
  3. weet je wat een hormoon is en hoe het ervoor zorgt dat je verandert.
  4. kan je het gehele groeiproces uitleggen.
  5. kan je het verschil van lengte tussen jongens en meisje verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

levensfasen
Het leven van een mens kan je verdelen in een aantal perioden, oftewel levensfasen

Slide 4 - Tekstslide

Levensfasen
De overstap van de ene levensfase naar de ander brengt verandering met zich mee. Je bent aan het ontwikkelen.
  • Lichamelijke ontwikkeling
  • Geestelijke ontwikkeling
  1. baby -> herkennen van gezichten
  2. peuter -> leren praten
  3. schoolkind -> leren schrijven, rekenen, enz.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waardoor verander je?
Waardoor verander je?
Hormonen (regelstoffen)
worden gemaakt in hormoonklieren.

De hypofyse is een belangrijke hormoonklier.

Slide 7 - Tekstslide

Waardoor verander je?

Slide 8 - Tekstslide

De hormoonklier geeft hormonen af aan het bloed.
Doelwitorganen reageren op het hormoon, andere niet.
In het celmembraan liggen receptoren, waarop maar één type hormoon past. 
Pas als een hormoon hecht is dat voor die cel een sein om aan het werk te gaan.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe groei je?
Het groeihormoon:
  1. De hypofyse geeft groeihormoon af aan het bloed.
  2. Het hormoon komt via het bloed bij de verschillende lichaamscellen
  3. De cellen van de botten in je armen en benen reageren op de boodschap van het lichaam: ze gaan sneller delen, Door elke celdeling onstaan er 2 cellen.
  4. De cellen worden groter, dat heet celgroei. Als ze zijn uitgegroeid, kan elke cel opnieuw delen.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe groei je?

Slide 13 - Tekstslide

Hoe groei je?

Slide 14 - Tekstslide

Hoe groei je?
Meisjes en jongens maken beide groeihormonen aan. Toch zijn mannen over het algemeen langer dan vrouwen. Hoe is dit te verklaren?
  1. verschil ontstaat in puberteit
  2. groeispurt jongens begint later dan meisjes
  3. Groeispurt jongens duurt langer en is intensiever
  4. Ook zijn er verschillen in de botten die doorgroeien.
  • jongens -> bredere borstkas
  • meisjes -> bredere heupen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe groei je?
  • Hiernaast zie je welke botdelen in je lichaam groeien.
  • Botten groeien alleen:
  1. aan de uiteinden van de pijpbeenderen
  2. in de wervelkolom
  3. bij de heupbeenderen
  4. bij je kaak
  • Daar zitten cellen die zich kunnen delen, de kraakbeencellen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe groei je?
De kraakbeencellen bevinden zich in groeischijven.
Je stopt met groeien als groeischijven verkalken, ze veranderen dan in been (bot)
Aan het einde van de puberteit zijn al je groeischijven van been, je stopt met groeien.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heten de stofjes die voor veranderingen zorgen?
A
Cellen
B
Hypofyse
C
Hormonen
D
Receptoren

Slide 18 - Quizvraag

Waar worden hormonen aangemaakt?
A
Hersenen
B
doelwitorganen
C
Cellen
D
Hypofyse

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit dat waarom sommige organen wel reageren op een hormoon en andere organen juist niet.

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag!
Huiswerk: maken tot en met 10 van paragraaf 3.1

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide