10.1 h/v

H10.1 Opgroeien
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H10.1 Opgroeien

Slide 1 - Tekstslide

levensfasen
Het leven van een mens kan je verdelen in een aantal perioden, oftewel levensfasen.

Slide 2 - Tekstslide

Levensfasen
Baby =            0 - 1,5 jaar
Peuter =          1,5 - 4 jaar
Kleuter =         4 - 6 jaar
Kind =              6 - 12 jaar
Puber =           12 - 17 jaar
Adolescent =   17 - 21 jaar
Volwassene =  21 - 60 jaar
Oudere =         60 - .... jaar

Adolescent = jongvolwassene

Slide 3 - Tekstslide

Levensfasen
De overstap van de ene levensfase naar de ander brengt met zich verandering mee. Je bent aan het ontwikkelen.
  • Lichamelijke ontwikkeling
  • Geestelijke ontwikkeling
  1. baby -> herkennen van gezichten
  2. peuter -> leren praten
  3. schoolkind -> leren schrijven, rekenen, enz.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waardoor verander je?
Waardoor verander je? 
  • Hormonen (regelstoffen)
  1. worden gemaakt door in hormoonklieren
  2. Hypofyse is een belangrijke hormoonklier


Slide 6 - Tekstslide

Je hypofyse - de hormoonklier
De puberteit begint in je hersenen
De hypofyse maakt hormonen aan die de puberteit op gang brengen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe verander je dan?
Je verandert onder invloed van hormonen
Hormonen zijn regelstoffen die zich kunnen binden aan cellen

Slide 9 - Tekstslide

Doelwitorganen
Wat zie je?  Elk orgaan heeft receptoren op hun celmembraan van hun cel. Elk hormoon heeft ook een eigen, specifieke vorm. Als de vorm van de hormoon past op de receptor  van de cel dan reageert de orgaan. Is dit niet het geval dan reageert het orgaan niet. 
 
Voorbeeld: Aan bepaalde kraakbeencellen binden alleen groeihormonen


Slide 10 - Tekstslide

Hoe groei je?
Hoe werkt het groeihormoon:
  1. Hypofyse geeft groeihormoon af aan het bloed.
  2. Het hormoon komt via het bloed bij de verschillende lichaamscellen
  3. De cellen van de botten in je armen en benen reageren op de boodschap van het lichaam: ze gaan sneller delen, Door elke celdeling onstaant er 2 cellen.
  4. De cellen worden groter, dat heet celgroei. Als ze zijn uitgegroeid, kan elke cel opnieuw delen.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe groei je?
  • Hiernaast zie je welke botdelen in je lichaam groeien.
  • Botten groeien alleen:
  1. aan de uiteinden van de pijpbeenderen
  2.  in de wervelkolom
  3. bij de heupbeenderen
  4. de kraakbeencellen, die bevinden zich in de groeischijven.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe groei je?
Meisjes en jongens maken beide groeihormonen aan. Toch zijn mannen over het algemeen langer dan vrouwen. Hoe is dit te verklaren?
  1. verschil ontstaat in puberteit
  2. groeispurt jongens begint later dan meisjes
  3. Groeispurt jongens duurt langer en is intensiever
  4. Ook zijn er verschillen in de botten die doorgroeien.
  • jongens -> bredere borstkas
  • meisjes -> bredere heupen

Slide 13 - Tekstslide

Benoem alle levensfasen in de juiste volgorde.

Slide 14 - Open vraag

Lichamelijke ontwikkeling
Geestelijke ontwikkeling
Emoties
langer worden
Rekenen
Schrijven
Praten
Gezichten herkennen
kruipen of lopen
veroudering huid

Slide 15 - Sleepvraag

Waar worden hormonen aangemaakt?
A
Hersenen
B
doelwitorganen
C
Cellen
D
Hypofyse

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet de hormoon dat ervoor zorgt dat je een groeispurt krijgt?

Slide 17 - Open vraag

Geef een verklaring waarom mannen over het algemeen langer zijn dan vrouwen.

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video