3.5 Stambomen

Welkom!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Terugblik
2. Leerdoelen van vandaag
3. Uitleg
4. Check
5. (Zelfstandig) werken
6. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 3 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 4 - Quizvraag

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het symbool voor heterozygoot?
A
AA
B
aa
C
Aa
D
aA

Slide 6 - Quizvraag

Wat is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uit een gegeven stamboom afleiden welke genotypen de ouders en/of nakomelingen hebben, welk allel dominant is en welk allel recessief.

Slide 8 - Tekstslide

Een stamboom

Slide 9 - Tekstslide

Stamboom
  • In een stamboom kan je zien van wie iemand afstamt.
  • In een stamboom kun je zien hoe een eigenschap in een familie is doorgegeven.
  • Een rondje is altijd een vrouw en een vierkantje is altijd een man.

Slide 10 - Tekstslide

Stambomen
  • Met behulp van de stamboom gaan we achterhalen welk genotype de leden van het gezin hebben voor de eigenschap haarkleur.
  • Hiervoor volgen we een stappenplan.

Slide 11 - Tekstslide

Stappen voor stambomen
  1. Stel vast welk fenotype elk gezinslid heeft. (Fenotype is je uiterlijk, is genotype + milieu)
  2. Stel het genotype vast van het kind met het afwijkende fenotype.
  3. Schrijf bij de stamboom wat je nu weet over het genotype van de overige gezinsleden.
  4. Vul de genotypen zoveel mogelijk aan.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
Stap 1: Stel vast welk fenotype elk gezinslid heeft.
Vader
Moeder
Kind 1
Kind 2
Kind 3

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Stap 1: Stel vast welk fenotype elk gezinslid heeft.
Vader
Bruin
Moeder
Bruin
Kind 1
Bruin
Kind 2
Bruin
Kind 3
Blond

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen
Stap 2: Wat is het genotype van het kind met een ander fenotype dan vader én moeder?

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Stap 2: Wat is het genotype van het kind met een ander fenotype dan vader én moeder?

aa

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen
Stap 3: Schrijf bij de stamboom wat je nu weet over het genotype van de andere gezinsleden.

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Stap 3: Schrijf bij de stamboom wat je nu weet over het genotype van de andere gezinsleden.

Slide 18 - Tekstslide

Oefenen
Stap 4: Vul de genotypen zo veel mogelijk aan.

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen
Stap 4: Vul de genotypen zo veel mogelijk aan.

Van de broer en zus met bruine haren kun je het genotype niet zeggen. Dat kan Aa zijn maar ook AA. 

Slide 20 - Tekstslide

Checklist
Stamboom =
Genotype =
Fenotype =
P =
F1 =
F2 =
Recessief =
Dominant =

Slide 21 - Tekstslide

Werktijd: maken 3.5

Slide 22 - Tekstslide