V4 oefenen jazz, surrealisme

Oefenen jazz en surrealisme
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen jazz en surrealisme

Slide 1 - Tekstslide


Welk genre hoort bij dit plaatje?
A
Blues
B
Worksong
C
Southern soul
D
Bebop

Slide 2 - Quizvraag

Waar ontstaat de jazz muziek uit?
A
Rhythm and Blues, worksongs en swing
B
Swing, blues en spirituals
C
worksongs, spirituals, blues en ragtime
D
worksongs, spirituals, marsmuziek

Slide 3 - Quizvraag

Blues
Blues wordt met name gemaakt/gezongen door de Afro-Amerikanen. Het komt voort uit de liederen die de slaven zongen op de plantages (worksongs). De slaven bezongen hun extreem slechte omstandigheden om door de dag heen te komen. 
In de 20e eeuw is er geen slavernij meer, maar het leven is voor Afro-Amerikanen nog steeds ellendig en dat bezingen ze. 

Slide 4 - Tekstslide

Blues kenmerken 
  • Inhoud: neerslachtige karakter 
  • Slepend tempo → langzame swing-beweging (subtiel uit de maat, spannende timing) met uitroepen (‘call and response’)
  • ‘Blue notes’ → noten die in combinatie met de begeleidingsakkoorden een spanning oproepen
  • ‘Dirty intonation’ → rauw, schrapend stemgeluid

Slide 5 - Tekstslide

1

Slide 6 - Video

Ragtime 
Ragtime is oorspronkelijk gemaakt voor piano.  De baspartij (op piano dus) wordt heel strak gespeeld met links, terwijl de hoofdmelodie daar juist ritmisch tegenin gaat met rechts. In elk geval klinkt het een beetje alsof er niet in de maat gespeeld wordt. Een voorbeeld maakt het duidelijker!

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Ragtime: kenmerken

  • Marsachtige pianomuziek met een swingende melodie 
  • Kenmerken:
  • Strakke baspartij gespeeld met links, melodie gespeeldmet rechts gaat hier tegenin
  • ‘Ragged time’ → gescheurde maat (klinkt als: melodie loopt voor begeleiding uit of er juist achteraan)
  • Improvisatie

Slide 9 - Tekstslide

Jazz
Muzikanten mixen al de invloeden tot de jazz, een nieuw soort dansmuziek. Het allerbelangrijkste voor de jazz is de improvisatie. Veel gebruikte instrumenten zijn blazers, slagwerk en zang. Later komen daar gitaren en een piano bij. 

Slide 10 - Tekstslide

JAZZ STIJLEN - OUDE STIJL - 1910 - 1940
NEW ORLEANS JAZZ
 CHICAGO JAZZ
  SWING


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat voor soort instrumenten hoor je in deze New Orleans Jazz?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

NEW ORLEANS JAZZ (7.3)
- 1910 - 1920
- collectieve improvisaties: door elkaar heen improviseren
- klinkt wat chaotisch , vrij, melodieën klinken door elkaar
- instrumenten: klarinet, trompet, trombone, ritmesectie: drums, banjo, en akoestische bas
- swing + syncopische ritmes


Slide 15 - Tekstslide

CHIGAGOJAZZ (7.4)
- 1920 - Verschuiving naar stad: Chigago
- opnamestudio + platenindustrie

- is meer gestructureerd, muzikanten improviseren na elkaar
-scat vocals: improviseren met de stem met klanken zonder betekenis.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

SWING
1930
commercieel
 duidelijke structuur met bandleider
bigbands: grote jazz orkesten (3 blazers sectie: trompet sectie, trombone sectie, saxofoonsectie, ritmesectie: drums, bas, gitaar, piano
dansbaar + call and response (tussen 2 secties)
-

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Futurisme
Expressionisme
Kubisme
Surrealisme

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

kenmerken surrealisme

Slide 22 - Woordweb

Wat is een cadavre exquis?

Slide 23 - Open vraag