dinsdag 28 september 2021

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

9:45 - 10:15 Fitness

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

1e lesuur:

Slide 6 - Tekstslide

leerdoel
Je leert aanzichten herkennen.
Je leert aanzichten tekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

bovenkant
voorkant
rechter zijkant

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

5e lesuur:

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 14 - Tekstslide

Pauze
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

3+4e lesuur:

Slide 16 - Tekstslide

Pauze
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

2e lesuur:

Slide 18 - Tekstslide

leerdoel
A1 I can use the present simple in a sentence.

Slide 19 - Tekstslide

Fill in the correct form of the present simple.
Choose from: am - are - is - has - have
It ... my birthday today.

Slide 20 - Open vraag

Fill in the correct form of the present simple.
Choose from: am - are - is - has - have
I ... a dog.

Slide 21 - Open vraag

Fill in the correct form of the present simple.
Choose from: am - are - is - has - have
Mary .... an uncle in America.

Slide 22 - Open vraag

Fill in the correct form of the present simple.
Choose from: am - are - is - has - have
Peter en Jack .... taller than me.

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Look at the words in red and green. These words are verbs (werkwoorden). Fill in the coloured verbs in the correct colum.

green verbs: used with I, you, we, they
red verbs: used with he, she, it

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 31 - Tekstslide

6e lesuur:

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Gereedschap om te meten noem je ... meetapparatuur.
A
wel
B
niet

Slide 35 - Quizvraag

Meetapparatuur is .... preciezer dan je zintuigen.
A
altijd
B
nooit

Slide 36 - Quizvraag

Hoe warm het is, meet je .... met een thermometer.
A
wel
B
niet

Slide 37 - Quizvraag

Met een liniaal meet je ... hoelang iets duurt.
A
wel
B
niet

Slide 38 - Quizvraag

Met een weegschaal meet je hoeveel ......

Slide 39 - Woordweb

Met een stopwatch meet je hoelang ......

Slide 40 - Woordweb

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 41 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 42 - Tekstslide