Quinzième cours- 29 novembre 2021

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld propjes te gooien of door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Tekstslide

Buts
Aan het eind van dit lesuur....
1.  kun je iemand beschrijven en ken je de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
2. heb je de werkwoorden op -er, faire, être en avoir herhaald.







Slide 3 - Tekstslide

Planning
1. We bespreken het bijvoeglijk naamwoord.
2. We bespreken de werkwoorden op -er, avoir, être, faire.



Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire A

Slide 5 - Tekstslide

Vocabulaire B

Slide 6 - Tekstslide

Phrases clés C

Slide 7 - Tekstslide

Grammaire D: regelmatig

Slide 8 - Tekstslide

Grammaire D: onregelmatig

Slide 9 - Tekstslide

Zet het bijvoeglijk naamwoord "beau" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 10 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une ... voiture ....


Slide 11 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....


Slide 12 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Une ..... maison ....



Slide 13 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 14 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 15 - Open vraag

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes?

Mylène est __________ (court).

Slide 16 - Open vraag

Zet het bijvoeglijk naamwoord "oud" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 17 - Open vraag

Vorm van het bijvoeglijk naamwoord: Zet het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in de juiste vorm.

J'ai eu une _____________ note pour la dictée d'anglais. [bon]
timer
0:20

Slide 18 - Open vraag

Verschillende tijden
-présent
-passé composé
-futur proche

Slide 19 - Tekstslide

conjugaison - verbes -ER - présent

Slide 20 - Tekstslide

Ezelsbrug -> ww -er
een  eskimo  eet  ons  ezeltje  enthousiast
je
tu
il
elle
on
nous
vous
ils
elles

Slide 21 - Tekstslide

De présent! Zet het antwoord in de présent.

Slide 22 - Tekstslide

Passé Composé

Slide 23 - Tekstslide

Futur proche
J' (ik)
vais
parler
Tu (jij)
vas
parler
Il/elle/on (hij/zij/wij)
va
parler
nous (wij)
allons
parler
Vous (jullie/u)
allez
parler
Ils/elles (zij)
vont
parler
Ik ga praten
Toekomende tijd: futur proche

Slide 24 - Tekstslide

Le passé composé

Slide 25 - Tekstslide

le futur proche
je
manger
tu
regarder
elle
chanter
nous
danser
vous
jouer
elles
nager
timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

futur proche

Slide 27 - Tekstslide

le futur proche
je
manger
je vais manger
tu
regarder
tu vas regarder
elle
chanter
elle va chanter
nous
danser
nous allons danser
vous
jouer
vous allez jouer
elles
nager
elles vont nager

Slide 28 - Tekstslide