In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Huiswerk
Doornemen paragraaf 6.4
Maken de opdrachten van deze paragraaf
Slide 1 - Tekstslide
Zijn er vragen over het huiswerk?
Slide 2 - Open vraag
1a. Bedrijven huren graag jongeren in:
ze zijn goedkoper
ze zijn flexibeler
je kunt ze nog een hoop leren
etc
Slide 3 - Tekstslide
1b. In een crisis vaak als eerste de dupe
Omdat jongeren veelal niet in vaste dienst werken kunnen zij gemakkelijk ontslagen worden.
Slide 4 - Tekstslide
2. Situatie arbeidsmarkt jongeren 2013:
Het aanbod van arbeiders was groter dan de vraag. Antwoord B
Slide 5 - Tekstslide
3. Voorbeelden aanbod van arbeid
B: Gerard werkt bij Philips
E: Jose zoekt werk als verpleegkundige
Slide 6 - Tekstslide
4. Vul aan:
Bij het aanbod van werk hoort iedereen met betaald werk
+
werklozen die betaald werk zoeken
Slide 7 - Tekstslide
5. Vraag naar arbeid:
B: Gerard werkt bij Philips
C: Philips zoekt productiemedewerkers
D: In de supermarkt hangt een vacature
Slide 8 - Tekstslide
6. Veel vacatures zijn er:
Als de vraag naar arbied groter is dan het aanbod (A),
bedrijven vragen veel arbeid, maar er is niet voldoende aanbod.
Slide 9 - Tekstslide
7. Er is geen evenwichtsprijs van arbeid:
De arbeidsmarkt is een markt met monopolistische concurrentie.
Arbeid is een heterogeen product, er is dus geen 1 prijs!
Slide 10 - Tekstslide
8. Voordelen CAO werknemer
Je hoeft zelf niet te onderhandelen.
Je verdient evenveel als een ander in een vergelijkbare situatie
Slide 11 - Tekstslide
9. Juist zijn
B Werknemers onderhandelen niet zelf over
een cao, dat doen de vakbonden.
C De belangen van werkgevers en
werknemers zijn vaak heel verschillend.
Slide 12 - Tekstslide
10a. Economie ging slecht
De onderhandelingen over de cao gingen moeizaam.
De loonstijgingen in de cao waren laag.
Dat zijn aanwijzingen dat de werknemers zwak staan, dat er een hoge werkloosheid is.
Slide 13 - Tekstslide
10b. Groei zzp-ers slecht ...
Als werknemers te hoge eisen stellen, laten werkgevers meer werk uitvoeren door zzp'ers. Werkgevers hebben een alternatief.
Of zzp'ers zijn geen lid van de vakbond, omdat zij geen werknemer zijn.
Maar zzp'ers behoren wel tot het aanbod van arbeid.
Slide 14 - Tekstslide
11. Aanbodoverschot arbeidsmarkt:
In situatie 1.
Op de hoogte van het loon is het aanbod van arbeid groter dan de vraag.
Slide 15 - Tekstslide
12a. Polen werken goedkoper
Ze maken minder kosten.
Ze hoeven ook minder te verdienen omdat de koopkracht van de euro in Polen hoger is.
Slide 16 - Tekstslide
12b. Voordelen Poolse arbeidskrachten
klanten kunnen klussen goedkoper laten uitvoeren.
ze zijn bereid meer uren op een dag te werken.
Nederlandse bedrijven worden ook gedwongen goedkoper te werken.
zorgt dus voor scherpere tarieven.
Slide 17 - Tekstslide
12c. Nadelen Poolse arbeidskrachten
Nederlandse werknemers worden werkloos
Uitkeringen gaan dus omhoog
De kwaliteit is soms lager
Taalproblemen
Slide 18 - Tekstslide
13. Eerst oorzaak:
Lonen kunnen niet vrij dalen en stijgen omdat veel lonen vast liggen in een cao.
De meeste lonen kunnen daardoor op korte termijn niet veranderen onder invloed van vraag en aanbod.
Slide 19 - Tekstslide
14. Lonen dalen in een tijd met hoge werkloosheid
In een tijd met hoge werkloosheid staan de bedrijven sterk.
Als de ene persoon niet voor een laag loon wil werken, kan het bedrijf een ander persoon vinden die dat wel wil.
Er zijn immers veel werklozen.
Economisch gezegd: er is een groot aanbod van arbeid ten opzichte van een kleine vraag.
Slide 20 - Tekstslide
15a. Voordeel minimumloon
Werknemers met weinig scholing worden niet uitgebuit.
Slide 21 - Tekstslide
15b. Nadeel minimumloon
Mensen met weinig opleiding zijn relatief duur voor de werkgever.
De kans op werkloosheid onder mensen met weinig scholing is groter.
Slide 22 - Tekstslide
16. Gemiddeld brutoloon
Is hoger dan het minimumloon van volwassenen.
Bij 23-jarigen is het minimumloon per dag 57,65/0,85 = € 67,82 per dag.
Dit is per uur € 8,48
Slide 23 - Tekstslide
17a. Vraag naar arbeid daalde tov aanbod
De stijging van de cao-lonen daalde.
De werknemers stonden dus zwakker in de cao-onderhandelingen.
Dat is het geval bij een stijgend aanbod (een stijgende werkloosheid).
Slide 24 - Tekstslide
17b. Bron 6
Vier van de vijf landen met de laagste werkloosheid hebben een minimumloon, dus minimumloonafschaffen zorgt niet voor minder werkloosheid!
Slide 25 - Tekstslide
17c. Mening Merkel
Zonder minimumloon zijn (ongeschoolde) werknemers goedkoper en worden ze eerder aangenomen.
Bovendien: dat vier van de vijf landen met een lage werkloosheid hebben, zegt niet veel. Er kunnen andere factoren een rol spelen. Misschien hadden ze zonder minimumloon een nog lagere werkloosheid.
Slide 26 - Tekstslide
17d.
Bron 5: vanaf 2010 daalde de koopkracht van cao-lonen
Bron 6: volgens Merkel veroorzaakt het minimumloon
werkloosheid
Bron 7: in 2013 is de vraag naar arbeid in Nederland kleiner dan
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.