Voorbereiden proefwerk Petronius

Voorbereiden proefwerk Petronius
Tekst 2, 3, 4 en 5
(Met nadruk op tekst 4 en 5)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiden proefwerk Petronius
Tekst 2, 3, 4 en 5
(Met nadruk op tekst 4 en 5)

Slide 1 - Tekstslide

Tekst 2, r.6
visaque pulcherimma muliere
Hoe vertaal je dit het beste?
A
Toen hij de zeer mooie vrouw zag
B
Nadat hij de zeer mooie vrouw had gezien
C
Nadat de zeer mooie vrouw was gezien
D
Toen de zeer mooie vrouw werd gezien

Slide 2 - Quizvraag

Hoe wordt het stilistisch middel genoemd waarbij een woord of woordgroep telkens aan het begin van een zin herhaald wordt?

Slide 3 - Open vraag

Hoe wordt het stilistisch middel genoemd waarbij er sprake is van een dubbele ontkenning?

Slide 4 - Open vraag

Wat wordt er bedoeld met de inhoud van tekst 3, r.13-14?
A
Iedereen luistert onvrijwillig, wanneer hij gedwongen wordt te eten of te slapen
B
Niemand luistert onvrijwillig, wanneer hij wordt gedwongen te eten of te leven
C
Niemand luistert vrijwillig, wanneer hij gedwongen wordt te drinken of te leven
D
Iedereen luistert vrijwillig, wanneer hij niet gedwongen wordt te eten of te leven

Slide 5 - Quizvraag

Tekst 4, r.2-3
Quibus blanditiis impetraverat miles ut matrona vellet vivere
Klopt dit statement?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Citeer uit tekst 4, r.1-6 het Latijnse tekstelement waaruit blijkt dat de soldaat niet als enige verantwoordelijk is voor het overtuigen van de vrouw

Slide 7 - Open vraag

Waarnaar verwijst isdem (Tekst 4, r.3)? Citeer het Latijnse tekstelement

Slide 8 - Open vraag

Tekst 4, r.9
Quid diutius moror?
Waarom zegt de spreker dit?
A
Hij vindt zijn verhaal te lang worden
B
Hij vindt dat de woorden van de slavin niets toevoegen aan het verhaal
C
Hij probeert hier spanning op te bouwen
D
Hij wil graag naar de juicy bits van het verhaal

Slide 9 - Quizvraag

Ne hanc quidem partem corporis mulier abstinuit (Tekst 4, r.9-10)
Welk lichaamsdeel had de vrouw al eerder vrijgegeven? Antwoord met één woord

Slide 10 - Open vraag

Tekst 4, r.13
videlicet
Waarom is dit zo natuurlijk?
A
De vrouw had van de grafkamer een huis gemaakt
B
De vrouw wilde haar kuise reputatie hooghouden
C
De vrouw wilde privacy met de soldaat
D
De vrouw wilde niet het uitzicht van de kruisen

Slide 11 - Quizvraag

Tekst 5, r.4-5
unius cruciarii parentes detraxere pendentem
Citeer het Latijnse tekstelement waaruit blijkt dat ouders dit konden doen

Slide 12 - Open vraag

Tekst 5, r.7-10
Noteer uit deze regels een ACI (baseer je alleen op wat er in het Latijn staat). Noteer je antwoord als: A = ..., I = ...

Slide 13 - Open vraag

Wat voor soort nominale werkwoordsvorm is expectaturum (Tekst 5, r.9)
A
ppa
B
ppp
C
gerundium
D
pfa

Slide 14 - Quizvraag

In welke regels geeft de vrouw de oplossing voor het probleem?
A
r.12-13 (Mulier t/m pudica)
B
r.13-15 (Nec t/m spectem)
C
r.15-16 (Malo t/m occidere)
D
r.17-18 (secundum t/m affigi)

Slide 15 - Quizvraag

Conjunctivus!
Geef van de volgende conjunctivusvormen aan waarom deze gebruikt is. Je hebt telkens 30 sec. Succes ;)!

Slide 16 - Tekstslide

Tekst 4, r.3
vellet
A
gevolg
B
doel
C
twijfel
D
afh. vraag

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 5, r.9
accidisset

A
twijfel
B
afh. vraag
C
aansporing
D
verbod

Slide 18 - Quizvraag

Tekst 5, r.13
sinant

A
afh. vraag
B
verbod
C
aansporing
D
wens

Slide 19 - Quizvraag

Tekst 5, r.20
isset

A
afh. vraag
B
twijfel
C
gevolg
D
doel

Slide 20 - Quizvraag