les 2 H2.5.2 en H3.4: celkern, DNA en chromosomen

Les 2: H2.5.2 en H3.4
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 2: H2.5.2 en H3.4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen.....
twee soorten celtypen:
  • prokaryote cellen (bacteriën)
  • eukaryote cellen (plantaardige en dierlijke cellen)

celorganellen zijn kleine orgaantjes met een eigen functie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke celorganellen missen de bacteriën?
A
cytoplasma, DNA
B
celkern
C
Celkern, DNA
D
DNA, celwand

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevatten celorganellen celmembranen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2.5.1: Celmembraan
Bestaat uit twee lagen fosfolipiden.

Functies:
  • stevigheid
  • bescherming
  • zorgt ervoor dat de cel niet leeg loopt
  • Regelt transport van stoffen tussen celinhoud en omgeving

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organismen hebben wel een celmembraan?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het celmembraan is het enige membraan in de cel

A
onjuist
B
juist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Benoem de onderdelen met hun functie:

Gebruik hierbij je biologieboek:
  1. kernenvelop: bescherming en stevigheid celkern
  2. chromatine: drager erfelijk materiaal
  3. kernlichaampje nucleolus : hier worden (deels) ribosomen aangemaakt
  4. Ruw endoplasmatisch reticulum: transporteert eiwitten, invoegen van membraaneiwitten
  5. kernporie: doorgang van macromoleculen Bijv. mRNA (messenger ribonucleïnezuur)

Slide 10 - Tekstslide

In de cel ligt de celkern, deze bevat DNA.
Hier worden alle celprocessen aangestuurd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromatine
  • lange sliert DNA in het kernplasma (2,2 m mens)
  • deoxyribonucleïnezuur
  • dragers van erfelijk materiaal.
  • aanwezig in niet-delende cellen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen
  • aanwezig in delende cellen
  • gespiraliseerde (oprollen) chromatine
  • ieder plant of dier heeft specifiek aantal chromosomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel chromosomen heeft een alpaca?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk vrijdag 11 sept
  • maken digitale opdracht: Celkern, chromosomen en DNA
  • lees H2.5.2 t/m 2.5.5  -> maak vraag 15 t/m 24 blz 30-32
  • lees H3.4 -> maak vraag 9,10,12 en 13

Maak de digitale opdracht op een andere blad dan de opdrachten 
Opdracht staat in Teams

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken
  • Je gaat nu zelfstandig werken.
  • Tip: Maak eerst de opdrachten, dan de digitale opdracht.
  • Ondertussen leg ik uit over digitale vaardigheden

Weer terug 16.55 uur!! Graag camera's aan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies