Thema 2 - Organen en cellen - Basisstof 3 - Cellen

2.3 Cellen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.3 Cellen

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Al die cellen zijn ontstaan uit één cel.

Slide 2 - Tekstslide

Cellen
Organismen bestaan uit cellen.
Als je groeit krijg je steeds meer cellen!

Slide 3 - Tekstslide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.

Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 4 - Tekstslide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Er zijn verschillende cellen bij de dieren.

Slide 5 - Tekstslide

Cellen
Cellen bestaan uit celorganellen.

Niet elke cel heeft dezelfde celorganellen.

Dierlijke cellen en plantaardige cellen hebben dezelfde maar ook verschillende celorganellen.

Slide 6 - Tekstslide

Celkenmerken Dieren
  • Geen Celwand
  • Celkern

Slide 7 - Tekstslide

Dierlijke cel met celorganellen

Slide 8 - Tekstslide

Plantencel
Celwand
Celmembraan
Cytoplasma
Vacuole
Celkern
Bladgroenkorrel

Slide 9 - Tekstslide

Celonderdelen
  1. celwand
  2. celmembraan
  3. cytoplasma
  4. bladgroenkorrels
  5. celkern
  6. vacuole
  7. celkenmerken bepalen het rijk

celwand
1
cytoplasma met bladgroenkorrels
4
celkern
5

Slide 10 - Tekstslide

Celmembraan
Dit is de "douane" van de cel. Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Slide 11 - Tekstslide

Celmembraan
Het celmembraan houdt de cel bij elkaar.
Het celmembraan zorgt ervoor dat er stoffen in en uit de cel kunnen gaan.

Slide 12 - Tekstslide

Cytoplasma
 Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen. Iedere cel heeft cytoplasma.
- Er vindt verbrandingplaats in het cytoplasma. 
- In het cytoplasma kunnen alleen bij planten bladgroenkorrels voorkomen. 

Slide 13 - Tekstslide

Cytoplasma: In het cytoplasma zijn allerlei stoffen opgelost die nodig zijn voor processen in de cel

Slide 14 - Tekstslide

Vacuole
Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Slide 15 - Tekstslide

Bladgroenkorrels
Vacuole

Slide 16 - Tekstslide

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 17 - Tekstslide

Plastiden

Slide 18 - Tekstslide

Plastiden kunnen overgaan ander type 
  • Plastiden kunnen van het ene type overgaan in het andere type plastide.

Slide 19 - Tekstslide

Celkern
Elke dierlijke en plantaardige cel heeft een celkern.

Op de afbeelding hiernaast zie je een dierlijke cel en hierop is de celkern heel goed te zien.

Slide 20 - Tekstslide

Celkern
Celkern bestaat uit kernplasma
Omgeven door kernmembraan

Functie celkern:
zelfregulatie en zelforganisatie

Regelcentrum v d cel

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Celkern

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4 Celkern
Je kunt de kenmerken van chromosomen benoemen
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven

Slide 24 - Tekstslide

celkern-chromosomen-DNA

Slide 25 - Tekstslide

DNA

Slide 26 - Woordweb

De celkern
Iedere celkern bevat chromosomen = langgerekte dunne draden die bestaan uit DNA opgerold in eiwitten 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

DNA en chromosomen
In de celkern ligt je DNA, bestaande uit chromosomen.
Deze chromosomen lijken op lange draden en zijn alleen zichtbaar onder  als de cel zich gaat delen.

Slide 29 - Tekstslide

Chromosomen
  • Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA
  • DNA is een soort wenteltrap, de traptreden zijn basen. (A, G, T OF C)
  • Elke trap bestaat uit basenparen (A-T) (C-G)

Slide 30 - Tekstslide

Functie DNA
  • De code die in het DNA staat, is je blauwdruk
  • Bijvoorbeeld oogkleur
  • Dit noemen we erfelijke eigenschappen
  • De code voor één erfelijke eigenschap = Gen

Slide 31 - Tekstslide

Genen

Slide 32 - Woordweb

Gen

Slide 33 - Tekstslide

De celkern
Alle chromosomen in één celkern samen bevatten alle erfelijke informatie van een organisme.

Hierdoor kunnen alle genen bijvoorbeeld worden afgelezen aan de hand van wangslijmvliescellen, of je bloed

Slide 34 - Tekstslide

46 chromosomen van de mens
46

Slide 35 - Tekstslide

Chromosomen andere soorten

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoelen 2.5 Celkern
Je kunt de kenmerken van chromosomen benoemen
Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven

Slide 37 - Tekstslide