1V2 -13/1/22 - rep h 2 + chap 3

Programme du cours
Présents/absents
Doel: jij kan de werkwoorden op er gebruiken, de ontkenning plaatsen en jij kent de telwoorden 0 t/m 100*herhaling chap2)
Chapitre 3 kun je de kloktijden gebruiken, jij kent woorden die te maken met school
1- herhaling chapitre 2
2- de klok+ exercices 12 
3- le phrases clés exercices 13 14 15 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme du cours
Présents/absents
Doel: jij kan de werkwoorden op er gebruiken, de ontkenning plaatsen en jij kent de telwoorden 0 t/m 100*herhaling chap2)
Chapitre 3 kun je de kloktijden gebruiken, jij kent woorden die te maken met school
1- herhaling chapitre 2
2- de klok+ exercices 12 
3- le phrases clés exercices 13 14 15 

Slide 1 - Tekstslide

les verbes .....er
Wat is de theorie van de werkwoorden op er?
1- hoe krijg je de stam van een werkwoord, b.v.: travailler?
2- de uitgangen?
je .../tu ... / il-elle-on ... 
nous... / vous ... / ils-elles

Slide 2 - Tekstslide

Vul de uitgang in!
1- Tu (travailler) en classe?
2- Oui, je (travailler) bien
3- Vous (écouter) la chanson?
4- Nous (écouter) la chanson.
5- Paul (regarder) la télé.
6- Paul et Marie (aimer) les films.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Réponses
1- Tu travailles en classe?
2- Oui, je travaille bien
3- Vous écoutez la chanson?
4- Nous écoutons la chanson.
5- Paul regarde la télé.
6- Paul et Marie aiment les films.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

la négation
De ontkenning in het Frans bestaat uit ...................
Waar plaats je de woorden?

Slide 6 - Tekstslide

La négation
De ontkenning in het Frans bestaat uit 2 woorden: ne/n'.....pas
Waar plaats je de woorden?
ne/n'  staat voor de PV
pas     staat achter de PV
oefening

Slide 7 - Tekstslide

Plaats : ne/n'.... pas in de zinnen
1- Tu travailles en classe? 
2- Oui, je travaille bien
3- Vous écoutez la chanson?
4- Nous écoutons la chanson.
5- Paul regarde la télé.
6- Paul et Marie aiment les films.

timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

1- Tu ne travailles pas en classe?
2- Oui, je ne travaille pas bien.
3- Vous n'écoutez pas la chanson?
4- Nous n'écoutons pas la chanson.
5- Paul ne regarde pas la télé.
6- Paul et Marie n'aiment pas les films.

Slide 9 - Tekstslide

les nombres
Schrijf de telwoorden 0 t/m 20
20 - 30 - 40 - 50 - 60 - 70 - 80 - 90 - 100
21  - 31  - 41  - 51 - 61  - 71  - 81  - 90
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Quelle heure est-il ?
  • Kloktijd begin met : Il est...
  • Hele uren:   Il est .... heure(s)
  • Kwart over: Il est .....heure(s) et quart
  • half uur:       Il est .....heure(s)et demie
  • kwart voor: Il est .... heure(s)moins le quart

Slide 12 - Tekstslide

Hele uren
Om te vragen hoe laat het is zeg je: Quelle heure est-il?
Om te zeggen hoe laat het is, zeg je: Il est ... heure(s).
1 uur = une heure
2 uur = deux heures
3 uur = trois heures

Let op
12.00 ('s middags) = midi
0.00 ('s nachts) = minuit 

Slide 13 - Tekstslide

het is kwart over 


kwart over 1 = une heure et quart
kwart over 2 = deux heures et quart
12.15 uur = midi et quart
0.15 uur = minuit et quart

Dus:
 bij kwart over gebruik je : et quart

Slide 14 - Tekstslide

Halve uren
                                   half 2 = Il est une heure et demie
                                   half 3 = Il est deux heures et demie
                                   half 4 = Il est trois heures et demie
Dus: in het Frans maak je de rekensom heel uur + half uur, terwijl we in het Nederlands eigenlijk zeggen heel uur - half uur.

Let op: 12.30 ('s middags) = midi et demi (geen e achter demi)
                  0.30 ('s nachts) = minuit et demi

Slide 15 - Tekstslide

Kwart voor
kwart voor 1 =
Il est une heure moins le quart                 kwart voor 2 = 
Il est deux heures moins le quart          11.45 uur = 
Il est midi moins le quart
23.45 uur = 
minuit moins le quart
Bij kwart voor gebruik je: 
moins le quart                                                          

Slide 16 - Tekstslide

exercices over de klok

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video