3 VMA Grammar

Gerund
The gerund is een werkwoordvorm (werkwoord + -ing) dat gebruikt wordt als ZELFSTANDIG NAAMWOORD



1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gerund
The gerund is een werkwoordvorm (werkwoord + -ing) dat gebruikt wordt als ZELFSTANDIG NAAMWOORD



Slide 1 - Tekstslide

Gerund
je gebruikt het na werkwoorden zoals

to love
to like
to hate

Slide 2 - Tekstslide

Infinitive
Werkwoord + to + infinitive (hele werkwoord)

Bijvoorbeeld: 
I am hoping to discover some new bands

Slide 3 - Tekstslide

Infinitive
to want
to hope
to ask
to expect
to promise
to decide
to plan
to refuse

Bijv:  I refuse to spend too much money

Slide 4 - Tekstslide

You should give up
A
to smoke
B
smoking

Slide 5 - Quizvraag

They don't like ..... in the sea
A
to swim
B
swimming

Slide 6 - Quizvraag

My uncle doesn't like ....by plane
A
to go
B
going

Slide 7 - Quizvraag

I don't like ..... cards
A
to play
B
playing

Slide 8 - Quizvraag

Mandy has promised ....care of our dog while we are on vacation
A
to take
B
taking

Slide 9 - Quizvraag

I love.... to popsongs of the sixties
A
to listen
B
listening

Slide 10 - Quizvraag

I hate...in the shower
A
to sing
B
singing

Slide 11 - Quizvraag

Some-, any-, every-, and no- prefixes
(voorzetsels

Slide 12 - Tekstslide

Some-, any-, every-, no-
Some- wordt gebruikt als er maar een beperkt aantal is.

Any- wordt gebruikt als er een onbeperkt aantal is.

Every- wordt gebruikt als je alle wilt zeggen.

No- wordt gebruikt als je geen wilt zeggen.

Slide 13 - Tekstslide

-thing, -body, -one, -where
-thing wordt gebruikt voor dingen.

-body en -one worden gebruikt voor mensen.

-where wordt gebruikt voor plaatsen.

Slide 14 - Tekstslide

Combinations:
some
any
no
every
body
thing
one
where
combination

Slide 15 - Tekstslide

1. This is ... I will never forget.
A
something
B
anything
C
everything
D
nothing

Slide 16 - Quizvraag

3. I can't find my keys ....
A
somewhere
B
anywhere
C
everywhere
D
nowhere

Slide 17 - Quizvraag

2. ... likes ice cream. If you don't you are an exception.
A
everybody
B
anybody
C
anyone
D
no one

Slide 18 - Quizvraag

4. ... is available this weekend. I'm going to the cinema by myself.
A
somebody
B
anyone
C
no one
D
noone

Slide 19 - Quizvraag

5. This is useless. We're going ....
A
somewhere
B
anywhere
C
everywhere
D
nowhere

Slide 20 - Quizvraag

6. My new puppy follows me ....
A
somewhere
B
anywhere
C
everywhere
D
nowhere

Slide 21 - Quizvraag

8. ... once told me.
A
somebody
B
anybody
C
everybody
D
nobody

Slide 22 - Quizvraag

7. We have English right now. There is ... I would rather be doing.
A
something
B
anything
C
everything
D
nothing

Slide 23 - Quizvraag