Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NN7 paragraaf 2 tekstverbanden en signaalwoorden
Nederlands
timer
10:00
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
oefenen tekstverbanden en signaalwoorden par. 2
Zelfstandig werken aan de opdrachten van par. 2
Nakijken
Slide 2 - Tekstslide
Tekstverbanden
en signaalwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
In een goede tekst zijn woorden, zinnen en alinea's met elkaar verbonden.
Zo'n samenhang noem je een
tekstverband.
Elk verband ontstaat door woorden, zinnen of alinea's aan elkaar te plakken met
signaalwoorden.
Elk tekstverband heeft zijn eigen signaalwoorden.
Slide 4 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Chronologisch verband:
beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Eerst
ging ik naar school en
daarna
ging ik naar de hockey.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Concluderend verband:
de auteur trekt een
conclusie
uit eerdere informatie uit de tekst.
al met al,concluderend, daarom, dat houdt in, dus
Voorbeeld: [We gaan onverwachts naar een theatervoorstelling,] dus de docent moet de deadline voor het opstel maar even uitstellen.
Slide 6 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Opsommend verband:
er worden dingen achter elkaar opgesomd.
Ik ging naar de supermarkt en daar moest ik appels, brood
en
cola halen.
Slide 7 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstellend verband:
er worden zaken tegenover elkaar gezet.
Ik moet mijn huiswerk maken,
maar
toch ga ik eerst Netflixxen.
Slide 8 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Toelichtend verband:
er wordt extra informatie gegeven, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Ik vind spannende series erg leuk,
zoals
The 100 en La Casa de Papel.
Slide 9 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Samenvattend verband:
de auteur geeft een verkorte weergave van eerdere informatie in de tekst.
al met al, kortom, met andere woorden, samengevat
Al met al kunnen we dus wel zeggen dat 2W niet de rustigste klas is. (maar wel een gezellige)
Slide 10 - Tekstslide
Begrijp je het?
Slide 11 - Tekstslide
In de vakantie heb ik met vriendinnen afgesproken en daarnaast heb ik ook veel gegamed.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 12 - Quizvraag
Binnenkort gaat mijn broertje voor het eerst naar de middelbare school.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 13 - Quizvraag
Ik ben gek op chips met vreemde smaakjes, zoals de smaak stokbroodje kruidenboter.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 14 - Quizvraag
Ik heb mijn huiswerk gemaakt, maar ik heb het niet af gekregen.
A
chronologisch verband
B
opsommend verband
C
tegenstellend verband
D
toelichtend verband
Slide 15 - Quizvraag
Gister scheen de zon, maar vandaag regent het.
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband
Slide 16 - Quizvraag
Ik houd van verschillende sporten, bijvoorbeeld tennis en voetbal.
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband
Slide 17 - Quizvraag
Voordat ik naar mijn oma ging, fietste ik even langs de bakker.
A
Chronologisch verband
B
Tegenstellend verband
C
Opsommend verband
D
Toelichtend verband
Slide 18 - Quizvraag
Hoe wordt 'concluderend verband' aangeduid in een tekst?
A
Met signaalwoorden zoals 'eerst', 'vervolgens', 'ten slotte'.
B
Met signaalwoorden zoals 'dus', 'concluderend', 'kortom'.
C
Met signaalwoorden zoals 'misschien', 'waarschijnlijk', 'wellicht'.
D
Met signaalwoorden zoals 'bijvoorbeeld', 'daarom', 'echter'.
Slide 19 - Quizvraag
Maken /huiswerk/zelfstandig werken
havo: Maak vanaf blz 10 opdrachten 1,2,3,6,7
vanuit je werkboek in je schrift.
vwo: blz. opdrachten2,3,5,6 (14 hoeft niet),7,8
vanuit je werkboek in het schrift.
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
NN7 paragraaf 2 tekstverbanden en signaalwoorden
6 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
NN7 paragraaf 2 tekstverbanden en signaalwoorden
April 2024
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 tekstverbanden en signaalwoorden les 19-12
December 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Woensdag 27 sept 2L tekstverbanden en signaalwoorden (1)
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2w 24 oktober
Oktober 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
6 okt 2x,2z
Oktober 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
28 september 2W tekstverbanden en signaalwoorden (1)
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
les 25 Meer dan Lezen §2
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2