elektriciteit so voorbereiding

elektriciteit so voorbereiding
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

elektriciteit so voorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

het blad met handige informatie mag je bij deze lessonup gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

en een rekenmachine is ook handig

Slide 3 - Tekstslide

je hebt een serieschakeling gebouwd. Daarin zitten 2 dezelfde lampen. de spanning is 5 volt en het vermogen is 10 watt. De stroomsterkte wordt gevraagd. Welke formule gebruik je?
A
U= I x R
B
U = P / I
C
I= P/U
D
P=U x I

Slide 4 - Quizvraag

gebruik de goede formule en reken hem uit. wat is de stroomsterkte? weergegeven in ampère.
A
1 A
B
2 A
C
1,5 A
D
2,5 A

Slide 5 - Quizvraag

een stroommeter sluit je altijd ....... aan.
A
in serie
B
parallel

Slide 6 - Quizvraag

bij een cv installatie heb je een pomp, welk ding bij een schakeling kun je vergelijken met die pomp?
A
lamp
B
draad
C
een spanningsbron
D
een schakelaar

Slide 7 - Quizvraag

de stroomsterkte in een serieschakeling is overal hetzelfde
A
klopt
B
klopt niet

Slide 8 - Quizvraag

als ik geen andere apparaten in de keuken aan heb staan, maar ik doe de waterkoker aan en de stop is uitgeslagen. wat is er aan de hand?
A
kortsluiting
B
overbelasting

Slide 9 - Quizvraag

ik heb de friteuse aanstaan en de oven. Nu wil ik de waterkoker aan doen en de stop is uitgeslagen. wat is er aan de hand?
A
kortsluiting
B
overbelasting

Slide 10 - Quizvraag

wat is de eenheid van vermogen?
A
W
B
kWh
C
V
D
A

Slide 11 - Quizvraag

de stroomsterkte in een parallelschakeling is overal hetzelfde
A
klopt
B
klopt niet

Slide 12 - Quizvraag

welke kleur heeft de fasedraad?
A
bruin
B
blauw
C
zwart
D
geel groen

Slide 13 - Quizvraag

met een spanningzoeker ga je de blauwe, zwarte en bruine draad testen. bij welke 2 vindt je spanning?
A
blauw bruin
B
blauw zwart
C
bruin zwart

Slide 14 - Quizvraag

als je een stroomrekening krijgt van 27,50 euro en 1 kWh kost 0,25 euro. Hoeveel kWh heb je dan verbruikt?
A
80 kWh
B
100 kWh
C
110 kWh

Slide 15 - Quizvraag

wat is de eenheid van spanning?
A
W
B
kWh
C
V
D
A

Slide 16 - Quizvraag

hoeveelste deel van een uur zijn 30 minuten?
A
0,2
B
0,33
C
0,6
D
0,5

Slide 17 - Quizvraag

welke kleur heeft de nuldraad?
A
bruin
B
blauw
C
zwart
D
geel groen

Slide 18 - Quizvraag

wat is de eenheid van energie?
A
W
B
kWh
C
V
D
A

Slide 19 - Quizvraag

welke 2 waarden heb je nodig om energie te berekenen?
A
W en h
B
kW en h
C
V en h
D
A en h

Slide 20 - Quizvraag

hoe reken je mA om naar A?
A
x 1000
B
: 1000

Slide 21 - Quizvraag

welke kleur heeft de aarddraad?
A
bruin
B
blauw
C
zwart
D
geel groen

Slide 22 - Quizvraag

hoe reken je W om naar kW
A
x 1000
B
: 1000

Slide 23 - Quizvraag

je hoofdleiding splitst zich in groepen in je huis
A
klopt
B
klopt niet

Slide 24 - Quizvraag

hoeveel stroomsterkte kan 1 groep hebben in je huis?
A
6 A
B
19 A
C
10 A
D
16 A

Slide 25 - Quizvraag

welke twee gevaren zijn er bij elektriciteit?
A
schok en brand
B
kortsluiting
C
schok
D
brand

Slide 26 - Quizvraag

waarom worden apparaten dubbel geïsoleerd?
A
dan gaan ze langer mee
B
voor de mooi
C
voor de veiligheid

Slide 27 - Quizvraag

hoe reken je kW om naar W?
A
x 1000
B
: 1000

Slide 28 - Quizvraag

hoeveel aardlekschakelaars heb jij in huis?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 29 - Quizvraag

waarmee meet je energieverbruik?
A
met een ampèremeter
B
met een voltmeter
C
met een kiloWattuur-meter

Slide 30 - Quizvraag