Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over een zelfstandig naamwoord!

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):
lekker: een lekker dessert; het lekkere dessert;
saai: een saai verhaal; het saaie verhaal.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over een zelfstandig naamwoord!

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):
lekker: een lekker dessert; het lekkere dessert;
saai: een saai verhaal; het saaie verhaal.


Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden
Verzin een bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen. 

Slide 2 - Tekstslide

De ... wasmachine maakt veel lawaai.

Slide 3 - Open vraag

Ik kocht van mijn spaargeld ... schoenen.

Slide 4 - Open vraag

Er staat vandaag een ... wind.

Slide 5 - Open vraag

Wat is dit een ... verhaal!

Slide 6 - Open vraag

De ... hond versnippert het kussen.

Slide 7 - Open vraag

Mijn ... telefoon heeft veel mogelijkheden.

Slide 8 - Open vraag

Let op!
een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): 
lief → lieve                   naïef → naïeve;

een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): 
grijs → grijze             serieus → serieuze;
 

Slide 9 - Tekstslide

Let op!

 de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: 
fris → frisse; glad → gladde;

een a, e, o of u (klinker) weghalen: 
traag → trage; zuur → zure.

Slide 10 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten
papieren
 wollen
 
maar niet altijd (een polyester T-shirt).

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Cursus 7 Spelling, paragraaf 5 bijvoeglijk naamwoord

Klaar?
Cursus 3 Fictie, paragraaf 2 perspectief

Slide 12 - Tekstslide