Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 5 bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Onderdeel 3 Cursus 7 spelling paragraaf 5 bijvoeglijk naamwoord  

Start van de les!

Bij de start van de les heb je op tafel:

- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 232 - 233))

- Je schrift 

- Je pen/etui

Wat we doen:

• Doelstelling cursus 7 paragraaf 5
• Uitleg bijvoeglijk naamwoord
• Aan de slag! 

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Waar zegt een bijvoeglijk naamwoord iets over?

Doelstellingen:

• Je leert bijvoeglijke naamwoorden spellen.

Bijvoeglijk naamwoord spellen

De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met -e):

lekker: een lekker dessert;   het lekkere dessert;

saai: een saai verhaal;   het saaie verhaal.

Zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord:

Zet een -e achter het woord: klein → kleine; sterk → sterke; nieuw → nieuwe.

Let op!

Let op, soms moet je daarnaast:

een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): lief → lieve; naïef → naïeve;

een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): grijs → grijze; serieus → serieuze;

 de laatste letter (medeklinker) verdubbelen: fris → frisse; glad → gladde;

een a, e, o of u (klinker) weghalen: traag → trage; zuur → zure.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen meestal op -en: houten, papieren, wollen, maar niet altijd (een polyester T-shirt).

apps.noordhoff.nl

Aan de slag!

Online:  opdracht 1 t/m 5

Boek: opdracht 1 t/m 5 (blz. 232 en 233)

Let op! Voor opdracht 5 gebruik je ook alles wat je hebt geleerd

in paragraaf 3 en 4

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?

😒🙁😐🙂😃

Waarom vind je dat?

Vragen?