Les 5 Schoolkindfase deel 1

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
De peuterfase

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuters hebben weinig fantasie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleuters leren alleen op school
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeeld betekent het beeld dat anderen van jou hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een te positief zelfbeeld heeft juist een negatief effect
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vriendschappen met jongens of meisjes zijn niet anders voor kleuters
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongens groeien eerder dan meisjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de latente fase speelt seksualiteit een grote rol
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het nog?
Welk compliment is het best?
A
Wat ben je slim!
B
Je bent mooi.
C
Wat heb je netjes binnen de lijntjes gekleurd.
D
Wat ben je lief

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkindfase
Jonge schoolkind(6 t/m 9 jaar) 

Oudere schoolkind (9 t/m 12 jaar) 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan als je terugdenkt aan je eigen basisschooltijd?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichamelijke ontwikkeling
- Motoriek
- Groeispurt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je opgemerkt op basis van de grove motoriek?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je opgemerkt op basis van de fijne motoriek?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

5.1.1 Groei
In de basisschooljaren groeit het kind geleidelijk. Op 10/11 jarige leeftijd zullen veel kinderen een groeispurt doormaken. In deze fase vallen ook de melktanden uit en worden zij vervangen door blijvende tanden en kiezen.

5.1.2 Motoriek
De fijne en grove motoriek ontwikkelt ook weer steeds verder. Armen en benen zijn beter in verhouding. Een kind kan touwtje springen en klimmen. De kinderen beheersen de pengreep (pen of potlood vasthouden tussen duim en wijsvinger) en leren letters en cijfers te schrijven.

Wie groeien er eerder?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

.2.1 Realiteitsdenken
Het fantasie denken verdwijnt in deze fase en realiteitsdenken komt daarvoor in de plaats. Realiteit denken betekent dat het schoolkind een realistisch beeld heeft van de wereld. Schoolkinderen zien de wereld zoals het echt is. Schoolkinderen weten dat er landen zijn waar oorlog is en dat de buurvrouw bijvoorbeeld ziek is. Schoolkinderen ontwikkelen een realistisch beeld door onder andere naar het (jeugd)journaal te kijken of op school te leren. Zij zien dat kinderen honger lijden en dat de buren hulp nodig hebben.

Samen
Opdracht 12
Bladzijde 19
Opdracht 12

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij dit aanpakken?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Schoolkinderen kunnen goed taakgericht werken. Het taakgericht werken bij een kind van 6 jaar is uiteraard wel anders dan bij een kind van 12 jaar. De taken moeten worden aangepast aan de leeftijd van het kind. Schoolkinderen zijn prestatiegericht, ze willen het graag goed doen. Ze zijn dan ook trots als ze een compliment van de juf krijgen of een sticker in hun schrift. Ook vinden schoolkinderen het leuk om een nieuw vak te krijgen, bijvoorbeeld Engels.


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oudere
schoolkinderen

Slide 39 - Tekstslide

Oudere schoolkinderen hebben buiten school ook steeds meer bezigheden. Kinderen ontwikkelen vaak hobby’s zoals voetballen of paardrijden. Ook ontstaat er steeds meer belangstelling voor games en programma’s die bestemd zijn voor oudere schoolkinderen of volwassenen. Echter, gewelddadige games zijn niet aan te raden voor kinderen in deze leeftijdsfase.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De groeispurt komt gemiddeld op 7 jarige leeftijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schoolkind kan goed taakgericht werken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schoolkinderen zijn 'prestatiegericht'. Leg uit wat dit betekent.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In tegenstelling met peuter en kleuter zal het schoolkind minder geïnteresseerd zijn in fantasie.
WAAR
NIET WAAR

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil 'realiteitsdenken' zeggen?

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot volgende week!
De schoolkindfase deel 2

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemt men dit?
A
Abstract denken
B
Concreet denken
C
Magisch denken
D
Realiteit denken

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk verschil zag je tussen de antwoorden van een zesjarige en een elfjarige?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies