Hoofdstuk 7 Proces-verbaal

Hoofdstuk 7

Proces-Verbaal
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7

Proces-Verbaal

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
*De begrippen Vervolging, sepot, opportuniteitsbeginsel omschrijven
art 12 procedure uitleggen
*Begrippen strafbeschikking, bestrafte en transactie omschrijven
*begrip Halt-straf omschrijven
* de eisen aan een proces-verbaal benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Omschrijf het begrip 
"VERVOLGING"

Slide 3 - Tekstslide

Vervolging is het door het OM ter beoordeling aan de strafrechter voorleggen van een strafbaar feit dan wel het uitvaardigen van een strafbeschikking.

Slide 4 - Tekstslide

Als het OM een strafzaak aangeboden krijgt kunnen zij 2 dingen doen, welke?
A
Vervolgen of Straf opleggen
B
Seponeren of vervolgen
C
Seponeren of afzien
D
Vervolgen of ontvolgen

Slide 5 - Quizvraag

Het juiste Antwoord op de vorige vraag was Seponeren of vervolgen.
Wat houdt het begrip "seponeren (sepot)" in?

Slide 6 - Tekstslide

Onder Sepot (seponeren) wordt verstaan: het nemen van de beslissing door het openbaar Ministerie om niet of niet verder te vervolgen omdat dat niet wenselijk wordt geacht of omdat er niet genoeg bewijs is.
Als het onderzoek ter terechtzitting heeft aangevangen kan het OM niet meer Seponeren.

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekend "voorwaardelijk Sepot"?
A
Dat het nog niet zeker is of er wordt geseponeerd.
B
Dat het OM gaat seponeren onder bepaalde voorwaarden.
C
Dat de verdachte veroordeeld gaat worden
D
Dat de verdachte niet meer gaat horen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is technisch Sepot?
A
Onvoldoende of onrechtmatig bewijs
B
Dat de verdachte niet technisch genoeg is
C
De techniek (PC) van de OVJ werk niet naar behoren
D
De techniek (PC) van de Rechter werk niet naar behoren

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekend het begrip
 "Opportuniteitsbeginsel"?

Slide 10 - Tekstslide

Onder Opportuniteitsbeginsel wordt verstaan: de beoordelingsvrijheid van het OM om niet tot vervolging over te gaan op gronden, die zijn ontleed aan het algemeen belang.

(leeftijd of gering feit voor de eerste keer)

Slide 11 - Tekstslide

Lees art 12 WvSV eens door op blz 1-2

Wat wordt hier gezegd over art 12?

Slide 12 - Tekstslide

De Art 12 Procedure.
Als het OM beslist niet over te gaan tot vervolging kan de rechtstreeks belangstellende zijn beklag doen bij het gerechtshof. Deze kan indien de klacht gegrond is, opdracht geven aan het OM om tot vervolging over te gaan.
(voorbeeld zaak Akwasi)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een Transactie?

Slide 14 - Tekstslide

Een transactie is een aanbod ter voorkoming van strafvervolging.
Dit kan bij overtredingen en misdrijven waar max 6 jaar gevangenisstraf op staat.

Slide 15 - Tekstslide

Omschrijf het begrip 
"Bestrafte"

Slide 16 - Tekstslide

Bestrafte is degene aan wie een strafbeschikking is uitgevaardigd.
Hij kan tegen deze strafbeschikking in verzet. 
Dan zal de rechter de zaak beoordelen of het OM moet de strafbeschikking intrekken of wijzigen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een "Strafbeschikking"?

Slide 18 - Tekstslide

Een strafbeschikking is een beschikking waarin straffen, maatregelen en (gedrags)aanwijzingen opgelegd en gegeven kunnen worden aan plegers van misdrijven waarop maximaal 6 jaar gevangenisstraf staat en aan degene die een overtreding hebben begaan

Slide 19 - Tekstslide

Omschrijf het begrip
"HALT-straf"

Slide 20 - Tekstslide

Een HALT-straf is een vrijwillig, maar niet vrijblijvend alternatief, veelal bestaande uit een leer of werkstraf van maximaal 20 uur, waarmee jongeren tussen 12 en 18 jaar, die een overtreding of eenvoudige misdrijf hebben gepleegd, voorkomen dat een proces-verbaal aan justitie wordt gezonden.

Slide 21 - Tekstslide

Welke feiten zijn de lichtere feiten die voor HALT in aanmerking komen?

Slide 22 - Tekstslide

Winkeldiefstal
Vernieling
Baldadigheid
Openbare dronkenschap
zich bevinden op verboden terrein
Enkel overtredingen qua vuurwerk
Schoolverzuim

Slide 23 - Tekstslide

Voor het toepassen van een HALT straf gelden enkele voorwaarden. Welke zijn dit?

Slide 24 - Tekstslide

  1. De jongere is 12 tot 18 jaar
  2. De jongere word verdacht van de eerder genoemde feiten
  3. De jongere bekend het feit
  4. de jongere voldoet aan de recidiveregeling (Max 3 x 1 x per feit muv vuurwerk)
  5. Tot 16 jaar moetende ouders met een haltafdoening instemmen.

Slide 25 - Tekstslide

Welke HALT-straf kan er opgelegd worden?

Slide 26 - Tekstslide

  • Gesprekken met een HALT-medewerker en ouders
  • aanbieden van excuses aan slachtoffers
  • Maken van leeropdrachten
  • Evt schadevergoeding
  • Soms ook een werkopdracht uitvoeren

Slide 27 - Tekstslide

Lees art 152 WvSV eens door 
op blz 2-1

Slide 28 - Tekstslide

Art 152 WvSV
1. De Ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde feit of hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden.
2. het opmaken van proces verbaal kan onder verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie achterwege worden gelaten.

Slide 29 - Tekstslide

Wat valt je op aan dit artikel?

Slide 30 - Tekstslide

Hoe noem je deze bevoegdheid?
A
De doe maar wat bevoegdheid
B
Ik weet het niet bevoegdheid
C
Discretionaire bevoegdheid
D
Discretie bevoegdheid

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt "Discretionaire bevoegdheid" concreet in?

Slide 32 - Tekstslide

Dit houdt in dat elke opsporingsambtenaar zelfstandig kan beslissen of hij bij een geconstateerde feit een proces verbaal opmaakt of dit afdoet met een waarschuwing. Zij moeten dat wel vaststellen dat het niet opmaken van een proces-verbaal te rechtvaardigen is.

Slide 33 - Tekstslide

Wanneer een opsporingsambtenaar een PV opmaat, wanneer moet hij dit doen?
A
Ten spoedigste
B
Onverwijld
C
Wanneer hij tijd heeft
D
Binnen de termijn van 7 dagen

Slide 34 - Quizvraag

Aan welke Wettelijk eisen moet een Proces-Verbaal voldoen?

Slide 35 - Tekstslide

  1. Worden opgemaakt op Ambtseed of Ambtsbelofte 
  2. Persoonlijk worden opgemaakt
  3. Worden gedagtekend
  4. Worden ondertekend
  5. Zoveel mogelijk redenen van wetenschap

Slide 36 - Tekstslide

Lees Art 29A lid 2 en lid 3 WvSV door op blz 2-4

Slide 37 - Tekstslide

Wat zegt Artikel 29a WvSV?

Slide 38 - Tekstslide

2. De verklaring van de verdachte worden in het PV van verhoor zo veel mogelijk in eigen woorden opgenomen. de verklaring wordt zoveel mogelijk inde vraag en antwoordvorm weergegeven.
3.De opmerkingen van de verdachte en de raadsman worden overgenomen in het PV van verhoor, na goedkeuring van de verklaring ondertekend hij deze

Slide 39 - Tekstslide

Omschrijf de volgende begrippen:
Het begrip "Feit"
Het begrip "Omstandigheden"
Het begrip "Waarneming"
Het begrip "Ondervinding"

Slide 40 - Tekstslide

  1. Feit: Een feit is een gebeurtenis, waarvan de werkelijkheid vaststaat doordat deze met zintuigen kan worden waargenomen of met instrumenten kan worden gemeten.
  2. Omstandigheden:  Omstandigheden zijn bijzonderheden of situaties, waarmee een feit gepaard kan gaan of die ermee verband houden.

Slide 41 - Tekstslide

  1. Waarnemingen : Waarnemen is met gebruikmaking van de zintuigen in zich opnemen van iets, bijvoorbeeld met de ogen of de neus.
  2. Ondervinding: Een ondervinding is iets beleven, ervaren, meemaken of bij zichzelf gewaarworden, zoals bijvoorbeeld het instellen van een onderzoek.

Slide 42 - Tekstslide