MAAK DE ZIN AF (spel) We gaan met z'n allen spelenderwijs een verhaal maken!
Uitleg (*simpelere variatie onderin notitie)
Ga met z'n allen in een kring zitten (of begin van achter naar voor in de klas zelf). Wijs een deelnemer aan die mag starten met het spel. Deze speler mag de eerste zin verzinnen en bedenkt ook het eerste woord (in het onderstaande voorbeeld dik gedrukt) van de zin die zijn of haar buurman moet maken.
De spelers mogen om de beurt een zin verzinnen, het spel draait met de klok mee. Zo ontstaat er een verhaal wat je met de hele groep maakt.
Denk aan het begin, midden en eind!
Herhaal: in het begin worden de personages bekend, in het midden gebeurt er iets en aan het einde komt deze gebeurtenis tot een goed of slecht eind.
(herinner de leerlingen aan de overgangen tussen deze stukken tijdens het spel!)
De speler die begint verteld:
"Bert ging naar de dierentuin en..."
De volgende speler gaat verder:
"ging daar naar de leeuwen kijken. Wat..."
De volgende speler in de kring gaat verder:
"hij daar zag was een verassing. De..."
Bespreken
- Heeft het verhaal een logisch begin/midden/eind?
- Kreeg het verhaal een andere wending?
- Wat vond je ervan?
*Simpelere variatie:
In plaats van met de hele groep een lang verhaal maken kan je ook steeds drie kinderen een kort verhaal laten maken. Kind 1 bedenkt het begin (in één of slechts enkele zinnen), kind 2 het midden en kind 3 het einde.
Bij het volgende kind start weer een nieuw verhaal.