H6: 6.3 en 6.4 deel 1 / Parabolen en Som van gelijke termen

Log alvast in (Lessonup-app)

Code onderaan de bladzijde

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Log alvast in (Lessonup-app)

Code onderaan de bladzijde

Slide 1 - Tekstslide

hoofdstuk 6 Kwadraten

Terugblik 6.1 en 6.2 (leerdoelformulier)
Theorie 6.3 en 6.4 deel 1
Aantal opdrachten
Zs/Zf



Slide 2 - Tekstslide

lesdoel
Je hebt de leerdoelen van 6.3 en 6.4 deel 1 behaalt, of weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Huiswerk voor vandaag was:
Maken van 6.2 Opgaven 17 t/m 27

  • Ik loop rond om het schrift te controleren
  • Jullie geven in de app antwoord op de volgende vraag:
    Welke opgave moeten we bespreken?
    (Alleen opgavenummer; meerdere keren antwoord geven)

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken

Slide 5 - Woordweb

Huiswerk bespreken


Later

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik
  • Wat is de rekenvolgorde?
  • Bij welk vlak figuur horen kwadraten en wortels?
  • Hoe reken je een kwadraat uit?
  • Waar moet je aan denken bij een negatief kwadraat?
  • Hoe reken je een wortel uit?
  • Welke toetsen gebruik je op je rekenmachine?
  • Wat is een kwadratische formule?

Slide 7 - Tekstslide

6.3: Parabool
y=x2+6
y=5x24
Samen maken:
Opgave 31

Slide 8 - Tekstslide

6.4 - 1: Som van gelijke termen

Samen maken:

  • Opgave 42a
  • Opgave 43a

3 + 5 = 8

SOM met 2 TERMEN

8 - 3 - 2 = 3

VERSCHIL met 3 TERMEN

-

2 X 5 X 4 X 2 = 80

PRODUCT met 4 FACTOREN

X

60 : 3 = 20

QUOTIENT met 2 FACTOREN

:

Slide 9 - Tekstslide

6.4 - 1: Som van gelijke termen

Je weet: 

  • 5 + 5 + 5 + 5 =
  • 4 X 5 =
  • 4    5 =
  • 20


  • a + a + a + a =
  • 4 X a =
  • 4 . a =
  • 4a
a

4a is het product van 4 en a.

4a is dus een product van twee factoren

Slide 10 - Tekstslide

6.3 - 1: Som van gelijke termen

3pq

  • Product van 3 factoren (3, p, q)
  • Je kunt 3pq alleen uitwerken als je p en q weet. Bijvoorbeeld:
  • Bereken 3pq voor p = 4 en q = -3
  • 3 x p x q x =
  • 3 x 4 x -3 =
  • -36

Slide 11 - Tekstslide

huiswerk

Maken:


6.3 Opgaven t/m 33
6.4 Opgaven 42 t/m 46




Opgave 34 t/m 41
H
timer
10:00
Huiswerk bespreken

Slide 12 - Tekstslide

x2

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video