Europa hoofdstuk 1

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Europa
Hoofdstuk 1 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Hoe zit de internationale handel in elkaar?

Slide 3 - Tekstslide

Open of gesloten economie
Nederland heeft een open economie
Dat wil zeggen dat Nederland naar verhouding veel handelt met het buitenland.

Heeft een land een gesloten economie dan handelt het land weinig met het buitenland zoals bijvoorbeeld Noord-Korea

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is er internationale handel?
Producten kunnen het best en het goedkoopst gemaakt worden in bepaalde landen vanwege:

  • de natuurlijke omstandigheden (klimaat, grondstoffen)
  • de loonkosten per product
  • de infrastructuur

Slide 5 - Tekstslide

Loonkosten per product
                                                         Loonkosten per werknemer
Loonkosten per product = ---------------------------------
                                              Arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit steeg met 10%, Loonkosten stegen met 8%. Loonkosten per product daalden met 1,82%

Slide 6 - Tekstslide

Internationale Concurrentie Positie (ICP)
Dit is afhankelijk van de volgende factoren:

1.      het loonniveau, anders gezegd: de hoogte van de lonen
2.     de arbeidsproductiviteit  
3.      de inflatie 
4.      de veranderingen van de wisselkoers



Slide 7 - Tekstslide

Wisselkoersinflatie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Vrijhandel & protectie
Protectie is het beschermen van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie.
Bij vrijhandel zijn er geen handelsbelemmeringen: er mag vrij gehandeld worden met het buitenland.
Vrijhandel kan voor elk land de welvaart vergroten, want je kunt producten die het buitenland (relatief) goedkoper maakt importeren en zelf je afzetmarkt vergroten door te exporteren.

Slide 10 - Tekstslide

Vormen van protectie
Protectie is het beschermen van binnenlandse bedrijven tegen buitenlandse concurrentie door bijv.
  • Importheffingen
  • Importquota 
  • Importverboden
  • Kwaliteitseisen
  • Exportsubsidies/belastingvoordelen

Slide 11 - Tekstslide

Argumenten protectionistische maatregelen
Infant industry-argument
Werkgelegenheid
Antidumpingsargument
Bescherming strategische sectoren
Sociale of milieuredenen

Slide 12 - Tekstslide

Betalingsbalans
Betalingsbalans:
  • Overzicht van alle financiële transacties tussen landen.
  • Twee rekeningen: lopende rekening en kapitaalrekening
  • Saldo lopende rekening = E - M (uitvoersaldo)
  • Te kort, meer import dan export
  • Overschot, meer export dan import

Slide 13 - Tekstslide

Lopende rekening

Slide 14 - Tekstslide

Multinationals
  • Veel grote bedrijven in NL.
  • Exporteren veel hoogwaardige producten.
  • vestigingen in Buitenland

Slide 15 - Tekstslide

Toets SE 2 inzien
Alles van tafel, behalve een pen

Slide 16 - Tekstslide