Woordformules les 5

Welkom
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Stilte graag





Aanwezigheid check

Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen
Duidelijkheid over regels

Toets verschoven naar dinsdag 14 feb. 

Voor wie wil, vandaag en dinsdag herhaling hele hoofdstuk
 Maar alleen als je leuk mee doet in de les

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag


Herhaling par 4: Van grafiek naar woordformule
Par 5: Grafieken vergelijken met het snijpunt


laatste 20 min toets bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Stel de formule op
1. Waar start de grafiek? 
(waar snijdt de rode lijn de y-as)
2. Stijgt of daalt de grafiek? (daalt hij dan zet je een min voor het hellingsgetal)
3. Lees roosterpunten af en maak tabel
4. Bereken het hellingsgetal ( y:x)
5. Stel de formule op. 
(antwoord = y-as, de variabele is de x-as)
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Stel de formule op
1. Waar start de grafiek?  4
2. Stijgt of daalt hij? stijgt
3. Lees roosterpunten af en maak tabel
 (0,4) (2,8) (4,12)





4. Hoe groot is de horizontale stap? 2
5. Stel de formule op: bedrag = 2 x tijd +4
tijd in uren
0
2
4
bedrag in E
4
8
12

Slide 6 - Tekstslide

Lineaire formule
Wat als de grafiek in de oorsprong start..

Wat is dan het startgetal? 
Hoe ziet de formule er dan uit?

Slide 7 - Tekstslide

nog lastig?
Sluit na de uitleg aan bij mijn bureau en dan kijken we er in een klein groepje nader naar. 

Slide 8 - Tekstslide

Snijpunten van twee grafieken
wat zou een snijpunt zijn? 

Slide 9 - Tekstslide

Wat lezen we hier af?
overleg in tweetallen
Welk vat had al water bij de start?
Welk vat loopt sneller vol?
Wanneer zijn ze even vol? 
Geef de coördinaat hiervan. 
Welk vat is voller na 40 sec?
Hoe kan je het snijpunt controleren met de formules? 

Vat a:   Volume = 1/3 x tijd + 10 
vat b:    Volume = 2/3 x tijd
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat lezen we hier af?
overleg in tweetallen
Welk vat had al water bij de start?
Welk vat loopt sneller vol?
Wanneer zijn ze even vol? 
Geef de coördinaat
Welk vat is voller na 40 sec?
Hoe kan je dat controleren met de formules?

Vat a:   Volume = 1/3 x tijd + 10 
vat b:    Volume = 1,5 x tijd

Alles goed! ga vast aan de slag:
havo: 32, 33, 34, 35, 36, 37
vwo: 32, 34, 35, 37, U7, U8

Slide 11 - Tekstslide

Samen oefenen
Wat lees je hier af?
Wat valt op tussen vat C en D?
Wat zou dit betekenen?
Wanneer zijn ze even vol?
Welk vat bevat meer water bij 45 sec?
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
havo: 32, 33, 34, 35, 36, 37
vwo: 32, 34, 35, 37, U7, U8

Wie wil aansluiten om in twee lessen het hoofdstuk te herhalen?



Slide 14 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Algemeen
Over het algemeen goed gemaakt. 

Tips: 
1. Zorg dat je altijd los nog eens het antwoord noteert.
2. Maak je een tabel, dan wil ik de teksten er ook bij
3. Schrijf alle berekeningen op. Ook kleine berekeningen. 
4. Zet alles netjes onder elkaar (ik ga hier extra feedback op geven in je schrift)

Slide 16 - Tekstslide