Klas 1BK2 - Lesweek 23 - Les 1

Kapitel 2/ WIR 
Achtung!
Mobieltjes in je eigen tas (niet in je broekzak en niet op tafel).

Pak je laptop
- Log in bij Lesson.app
- Gebruik je eigen voornaam
- De code staat op het bord


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kapitel 2/ WIR 
Achtung!
Mobieltjes in je eigen tas (niet in je broekzak en niet op tafel).

Pak je laptop
- Log in bij Lesson.app
- Gebruik je eigen voornaam
- De code staat op het bord


Slide 1 - Tekstslide


Was macht ihr heute?
7 of hoger voor het SO 
lager dan een 7 
- Overhoring sein + haben

- Uitleg Landeskunde Aufgabe

- Werken aan Landeskunde Aufgabe

- Afsluiten van de les
- Overhoring sein + haben

- Uitleg Landeskunde Aufgabe- 

- SO van sein + haben samen nakijken

- (Werken aan Landeskunde Aufgabe)

- Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Was lernst du heute?
Lernziele



• Je leert de werkwoorden sein en haben steeds beter gebruiken.
• Je kent de Duitse Bundesländer (provincies) en hun hoofdsteden.
• Je kent de hoofdsteden van Ӧsterreich en die Schweiz

Slide 3 - Tekstslide

haben & sein
8 of meer goed -> goed gedaan!
6 of minder goed  -> om 14.15 uur naar lokaal 1.05 -> oefenen met Slim Stampen + opdracht.
kst

Slide 4 - Tekstslide

Übersetzte (vertaal):
jij

Slide 5 - Open vraag

Übersetzte (vertaal):
wij

Slide 6 - Open vraag

Übersetzte (vertaal):
u

Slide 7 - Open vraag

Ik
jij 
hij
zij
het
wij
jullie
zij 
U
ihr 
er
Sie 
wir 
sie (enkelvoud)
du
sie (meervoud)
es
ich 

Slide 8 - Sleepvraag

haben

Slide 9 - Tekstslide

wij hebben
A
wir habben
B
wir haben
C
wir habt
D
wir hast

Slide 10 - Quizvraag


jij hebt
A
du habt
B
du hast
C
du hat
D
du haben

Slide 11 - Quizvraag

zij heeft (enkelvoud)
A
sie habt
B
sie hast
C
sie haben
D
sie hat

Slide 12 - Quizvraag

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 13 - Sleepvraag

sein

Slide 14 - Tekstslide

Agnes und Martin zijn
A
Agnes und Martin seid
B
Agnes und Martin sind
C
Agnes und Martin bist
D
Agnes und Martin ist

Slide 15 - Quizvraag

Het kind is
A
Das Kind bin
B
Das Kind bist
C
Das Kind ist
D
Das Kind seid

Slide 16 - Quizvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 17 - Sleepvraag

Du .................... nett (sein)
A
bist
B
bin
C
ist
D
sein

Slide 18 - Quizvraag

Ich ........... 14 Jahre alt (sein)
A
habe
B
bin
C
sein
D
haben

Slide 19 - Quizvraag

Wir ................. einen Hund (haben)
A
sind
B
haben
C
habben
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

Praktische opdracht

Slide 21 - Tekstslide

Praktische opdracht
7 of hoger voor het SO 
lager dan een 7 
- Uitleg Landeskunde Aufgabe

- Werken aan Landeskunde Aufgabe

- Zelfstandig werken in de tussenruimte

- Afsluiten van de les
- Uitleg Landeskunde Aufgabe- 

- SO van sein + haben samen nakijken

- (Werken aan Landeskunde Aufgabe)

- Afsluiten van de les

Slide 22 - Tekstslide

SO sein + haben doornemen
Aufgabe 1 

Slide 23 - Tekstslide

SO sein + haben doornemen
Aufgabe 2 + 3

Slide 24 - Tekstslide

SO sein + haben doornemen
Aufgabe 4

Slide 25 - Tekstslide

SO sein + haben doornemen
Aufgabe 5 + 6 

Slide 26 - Tekstslide

Praktische opdracht

Slide 27 - Tekstslide

Was lernst du heute?
Lernziele



• Je leert de werkwoorden sein en haben steeds beter gebruiken.
• Je kent de Duitse Bundesländer (provincies) en hun hoofdsteden.
• Je kent de hoofdsteden van Ӧsterreich en die Schweiz

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide