Week 38-4e Les

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

aan de slag..

• Maak eerst de opdrachten van Les 6 ( 1-2) p. 33-34
• Daarna maak je de opdrachten van Les 7(1-2-3-4)p.35 t/m 37

 Welk woord hoort op het stippellijntje?

 In een tekst zijn er ...... tussen woorden,  

 zinnen en alinea’s.

 

 Vraag 1 van 10

1. leestekens
2. teksten
3. verbanden
4. regels

 Hoe noem je woorden die wijzen op een 

 verband tussen zinnen of alinea’s?

 Vraag 2 van 10

1. trefwoorden
2. synoniemen
3. signaalwoorden
4. uitdrukkingen

 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?

 Vraag 3 van 10

1. verbindingswoorden
2. verwijswoorden
3. synoniemen
4. werkwoorden

 Op welk tekstverband wijzen de   

 signaalwoorden maar, toch en echter?

 Vraag 6 van 10

1. opsommend
2. tegenstellend
3. vergelijking

 Om welk tekstverband gaat het hier?

 Ik kreeg een hapje en een drankje. 

 Vraag 9 van 10

1. opsommende
2. vergelijking
3. tegenstellend

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?

1. ze - aan
2. aan - met
3. toen - haal
4. eerst - toen

  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?

1. opsommend
2. tegenstellend
3. vergelijking

 Opdracht 2: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

 Welk rood signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?

Kwartet 

• In groepjes van 2.
  
• Een ieder krijgt 2 verbanden toebedeeld (8 kaartjes).
  
• Noteer bovenaan het verband. 
  
• Noteer daaronder 4 verschillende signaalwoorden die daarbij horen.
  

• Markeer op de juiste manier.
  
• Schrijf netjes en duidelijk.
  

Klaar? Speel het spel!

Maak de opdrachten

> Markeer je antwoord in de tekst (met kleur bijvoorbeeld)

> Zet het nummer van de vraag erbij.

> Bepaal hoe je het antwoord formuleren moet.

> Geef daarna pas online antwoord. 

Klaar? Maak een wrts of quizlet aan voor de signaalwoorden

Memorie

http://www.memoryspelen.nl/index.php?show=8009&play#game