Logistiek blok 4 deel 1

Logistiek blok 4
Inkoop
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Logistiek blok 4
Inkoop

Slide 1 - Tekstslide

Offertes aanvragen
Offerte = een uitgebreide prijsopgave die de leverancier stuurt na een offerte aanvraag.

Maar waarom zou een bedrijf offertes aanvragen?

Slide 2 - Tekstslide

Offertes aanvragen
Een bedrijf stuurt een offerte aanvraag naar enkele leveranciers. Het bedrijf vraagt daarin de leveranciers naar hun prijs en leveringsvoorwaarden. Op deze manier kan het bedrijf de verschillende leveranciers vergelijken om te beslissen bij welke leverancier het bedrijf de artikelen gaat kopen.

Slide 3 - Tekstslide

In een offerteaanvraag vermeld je ten minste drie zaken:


  1. Welke artikelen wil je bestellen?
Artikelcode en artikelomschrijving
2. Hoeveel wil je bestellen?
3. Vraag wanneer er geleverd kan worden. 

Slide 4 - Tekstslide

Naam en adres leverancier
Vestigingsplaats jouw bedrijf
Datum
Naam contactpersoon leverancier
Aantal artikelen dat je wilt bestellen
Artikelcode van de leverancier
Omschrijving
Naam bedrijf van de afzender
Handtekening
Naam en functie van de afzender

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Leveringsvoorwaarden
Leveringsvoorwaarden worden in de offerte benoemd.
Leveringsvoorwaarden gaan over:
  • Wanneer de bestelling geleverd wordt:
- Levertijd of leverdatum:
Levering binnen 14 dagen of verwachte leverdatum: 5 maart 2021.
  • Wie de bijkomende kosten betaalt:
- Administratiekosten;
- Vrachtkosten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leveringsvoorwaarden

Voor vervoer van en naar het buitenland gelden extra leveringsvoorwaarden: de incoterms.
Hierin staan bijvoorbeeld afspraken over wie de verzekeringen en vergunningen regelt en wie de artikelen tot waar vervoert.

Slide 9 - Tekstslide

Vrachtkosten

Vrachtkosten (of verzendkosten) = de kosten voor het versturen van de artikelen.
De hoogte hangt af van:
  1. Afstand;
  2. Gewicht;
  3. Waarde;
  4. Invoerrechten;
  5. Verzekering;
  6. De snelheid van de levering;
  7. Het vervoermiddel.

Slide 10 - Tekstslide

Wie betaalt de vrachtkosten?
  • Franco: de leverancier betaalt;
  • Niet-franco: de klant betaalt de vrachtkosten:
- Loco: de klant betaalt alle kosten om de artikelen thuis te krijgen. Het verzendklaar maken van de artikelen (bijvoorbeeld verpakken) moet de klant dus ook betalen;
- Af (...): de klant betaalt  de kosten na het verzendklaar maken van de artikelen. Bijvoorbeeld: 'af magazijn Doetinchem', de klant betaalt dan alle kosten vanaf het magazijn in Doetinchem om alle artikelen in huis te krijgen.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht offertes
Klaar?:
Opdracht 1 tot en met 5 van blok 4 logistiek
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide


Nabespreking opdracht offertes

Slide 13 - Tekstslide

Betalingsvoorwaarden
  • Wanneer de klant moet betalen;
  • Hoe de klant moet betalen. 

De betalingsvoorwaarden staan op de offerte, de orderbevestiging en de factuur. Ook staan ze in het leveranciersbestand.

Bijvoorbeeld: 
Betalingsvoorwaarden: binnen 21 dagen na factuurdatum.

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer betalen?
  1. Contant;
  2. Vooruitbetaling;
  3. Aanbetaling;
  4. Onder rembours;
  5. Betalingstermijn;
  6. Betalingskorting;
  7. Kredietbeperking. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoe betalen?
  • Contant: de verkoper krijgt het geld meteen.
De klant betaalt met bankbiljetten en/of munten, met pinpas en met creditcard.
  • Via de bank: de klant geeft de bank opdracht het geld over te schrijven.
  • Via speciale internetsites (bijvoorbeeld PayPal). 

Slide 16 - Tekstslide

Als de klant betaald heeft, krijgt hij een betalingsbewijs.
 
Wat zijn voorbeelden van een betalingsbewijs?
Van wie zijn de artikelen?
De artikelen zijn pas echt van de klant als hij betaald heeft. Dit wordt ook wel eigendomsvoorbehoud genoemd. Bij vooruitbetaling zijn de artikelen dus al van de klant voordat hij ze geleverd krijgt.

Slide 17 - Tekstslide

Juist of onjuist?
Een prijsopgave is een ander woord voor offerte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Juist of onjuist?
In de offerteaanvraag zet je de artikelcode en de artikelbeschrijving van de leverancier en niet die van je eigen bedrijf.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Leveringsvoorwaarden gaan over...?
A
Alleen de levertijd
B
Alleen de administratiekosten
C
Levertijd/leverdatum en bijkomende kosten.
D
Incoterms & administratiekosten

Slide 20 - Quizvraag

Extra leveringsvoorwaarden voor vervoer van en naar het buitenland.
Welk begrip wordt hier omschreven?
A
Administratiekosten
B
Incoterms
C
Invoerrechten
D
Onder rembours

Slide 21 - Quizvraag

Je bestelt een nieuwe iPhone op BOL.com. De verzendkosten hoef jij niet te betalen. Waar is hier sprake van?
A
Franco
B
Niet-Franco

Slide 22 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Als je bij BOL.com een laptop bestelt en deze meteen betaalt, is deze pas echt van jou als je hem thuis ontvangt.
Tot die tijd is het eigendom van BOL.com.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Een aanbetaling is handig voor de verkoper, zo heeft hij meer zekerheid dat de klant het product ook echt koopt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Als je pas betaalt bij levering aan de deur, dan noem je dat ... ?
A
Vooruitbetaling
B
Onder rembours
C
PayPal
D
Aanbetaling

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag!
Opdracht 1 tot en met 8 van blok 4 logistiek
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide