Lezen H4 2 havo-vwo

Blz. 104
De Wadden zijn het mooist
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blz. 104
De Wadden zijn het mooist

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?
A
Het mooiste natuurgebied van Nederland
B
De Wadden
C
Tips voor bezoek aan Wadden
D
Waddengebied verwachte winnaar

Slide 2 - Quizvraag

Initiatief
Genomineerden
Gepromoot
Iconen
Taferelen
Bezinken
Idee
Kandidaten
Naar voren geschoven
beroemde voorbeelden
Gebeurtenissen
Naar de bodem zakken

Slide 3 - Sleepvraag

Waarom begrijpt Joeri Lamers (al. 2) wel dat de Wadden de verkiezing hebben gewonnen?
A
Hij vindt het gebied prachtig en dat vindt iedereen.
B
Hij vindt het gebied prachtig en het is het grootste natuurgebied.
C
Het is prachtig en iedereen kent het als grootste natuurgebied van ons land.
D
Om het mooi is, had hij dit al wel verwacht.

Slide 4 - Quizvraag

Waarom noemt Joeri Lamers in alinea 3 het voorbeeld over het filmpje met het scheermesje?

Slide 5 - Open vraag

Staan er in alinea 3 voor meningen of vooral feiten?
A
Feiten, want het meeste is controleerbaar.
B
Feiten, want het meeste is niet-controleerbaar.
C
Meningen, want er wordt gezegd wat iemand vindt.
D
Meningen, want er wordt niet gezegd wat iemand vindt.

Slide 6 - Quizvraag

In al. 3 staat: 'Dat geld gaan we gebruiken om het gebied nog beter te beschermen.' In deze zin herken je een:
A
Oorzakelijk verband
B
Redengevend verband
C
Doel-middelverband
D
Voorwaardelijk verband

Slide 7 - Quizvraag

In alinea 5 staat: 'Ik vind het oostelijk deel bij Rottum het allermooist.' Deze zin is een:
A
Feit
B
Mening

Slide 8 - Quizvraag

Leg op basis van alinea 6 uit waarom Joeri Lamers wel/niet bang is voor drukte in de Wadden.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de functie van de kadertekst (Nederlands Waddengebied)?
A
De kadertekst geeft een andere mening over het onderwerp.
B
De kadertekst geeft extra info over de Wadden.
C
De kadertekst bevat een conclusie bij de tekst.
D
De kadertekst geeft commentaar op de tekst.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het doel van de twee afbeeldingen bij de tekst? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Tekst verfraaien
B
Tekst aanvullen
C
Aandacht trekken
D
Tekst verduidelijken

Slide 11 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Opdracht 4 blz. 106 = huiswerk voor vrijdag

Slide 12 - Tekstslide