In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Start van de les
Ga lekker zitten!
je huiswerk is af t/m les 3
Hoe gaat t met je intermezzo?
we starten bij les 5.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
les 6
Slide 3 - Tekstslide
Start van de les
les 6
Goedemorgen,
Lees alvast blz. 18 en 19
Maak de opdrachten
Slide 4 - Tekstslide
Hoe werkt ons denken?
Gedachten spelen zich af in het bewustzijn en kunnen opkomen uit het onderbewustzijn. Door waarnemingen (van de zintuigen) bereikt informatie de hersenen, waar deze bewust of onbewust in het geheugen wordt opgeslagen. Het geheugen kan worden onderzocht, er kan iets uit het geheugen worden opgediept.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Oplossingsgericht denken
Een kenmerkende uitspraak van oplossingsgericht denken is: ‘Als iets werkt, doe er meer van. Werkt het niet, doe iets anders.’
Slide 7 - Tekstslide
Probleem
Een probleem kan je zien als een (nog) niet uitgesproken wens tot verandering.
Slide 8 - Tekstslide
Gevolg
Hoe meer problemen,
hoe beter want hoe meer uitdagingen
Slide 9 - Tekstslide
HOE bereik ik wat ik wil bereiken?
Een belangrijk woord bij oplossingsgericht denken is HOE.
In plaats van te zeggen: “ik kan het niet”, vraag je je af: “hoe zou het wel kunnen lukken; wat heb ik ervoor nodig?”
Slide 10 - Tekstslide
Hoe zou het wel lukken?
Slide 11 - Woordweb
wat heb ik nodig om mijn verandering te kunnen laten lukken?
Slide 12 - Open vraag
Rode gedachten
Rode gedachten zijn hier dus niet-helpende, negatieve gedachten over jezelf. Ze zorgen voor stress. Stress is hier niet alleen gespannen zijn, maar het omvat allerlei gevoelens zoals boosheid, angst, irritatie, verdriet, onzekerheid en zenuwachtig zijn.
Slide 13 - Tekstslide
rode gedachten
Slide 14 - Woordweb
Groene gedachten
Groene gedachten zijn positieve, helpende gedachten over jezelf. Ze zorgen voor ontspanning, maar ook voor blijdschap en trots.
Slide 15 - Tekstslide
groene gedachten
Slide 16 - Woordweb
Gedachten hebben grote invloed op hoe je je voelt. Hoeveel gedachten heb je op 1 dag?
A
10.000 tot 20.000
B
20.000 tot 40.000
C
40.000 tot 60.000
Slide 17 - Quizvraag
Je bent niet je gedachte. Wat betekend dit?
A
Wat je denkt is niet altijd de waarheid.
B
Je hoeft niet te handelen naar je gedachten.
C
Je persoonlijkheid sluit niet aan bij je uiterlijk.
D
?
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de betekenis van 'in gedachten'?
A
bedenken, het je voorstellen
B
hulpmiddel om iets te onthouden
Slide 19 - Quizvraag
Wat is je eerste reactie / gedachten?
A
"ow hellup... moet dit echt"
B
"yes eindelijk"
C
"ach we zien wel"
D
"Nou ja het is dat het moet..."
Slide 20 - Quizvraag
Je gedachte ergens over
A
Feit
B
Mening
Slide 21 - Quizvraag
werkboek
Ga aan de slag met je eigen werk!
Vergeet online huiswerk niet
Slide 22 - Tekstslide
Schrijf op de memo wat jij geleerd hebt
Weet je dat denken kan helpen om een gevoel te begrijpen.
Weet je waar gevoelens van schroom, gêne, schaamte en ongemak vandaan komen.
Weet je dat er veel verschillen zijn tussen mensen
Begrijp je dat negatieve gedachten negatieve gevoelens oproepen en positieve gedachten positieve gevoelens.
Weet je dat je tegenover negatieve (rode) gedachten, positieve (groene) gedachten kunt plaatsen en dat je dat kan helpen.
Heb je een ander geadviseerd
Slide 23 - Tekstslide
Hoe werkt ons denken?
Gedachten spelen zich af in het bewustzijn en kunnen opkomen uit het onderbewustzijn. Door waarnemingen (van de zintuigen) bereikt informatie de hersenen, waar deze bewust of onbewust in het geheugen wordt opgeslagen. Het geheugen kan worden onderzocht, er kan iets uit het geheugen worden opgediept.
Slide 24 - Tekstslide
Oefening gedachtekracht
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Oplossingsgericht denken
Een kenmerkende uitspraak van oplossingsgericht denken is: ‘Als iets werkt, doe er meer van. Werkt het niet, doe iets anders.’
Slide 28 - Tekstslide
Wat werkt bij mij?
Slide 29 - Woordweb
Probleem
Een probleem kan je zien als een (nog) niet uitgesproken wens tot verandering.
Slide 30 - Tekstslide
Waar moet ik mee stoppen?
Slide 31 - Woordweb
Gevolg
Hoe meer problemen,
hoe beter want hoe meer uitdagingen
Slide 32 - Tekstslide
Wat zijn mijn problemen?
Slide 33 - Woordweb
Doel, Krachtbron en Waardering
Zonder doel kan je de weg naar verandering toe niet vinden.
Zonder krachtbronnen is er geen energie voor verandering.
Zonder waardering te hebben én te ontvangen, activeren de krachtbronnen niet.
Slide 34 - Tekstslide
Doel
Slide 35 - Woordweb
Krachtbronnen
Slide 36 - Woordweb
Waardering
Slide 37 - Woordweb
HOE bereik ik wat ik wil bereiken?
Een belangrijk woord bij oplossingsgericht denken is HOE.
In plaats van te zeggen: “ik kan het niet”, vraag je je af: “hoe zou het wel kunnen lukken; wat heb ik ervoor nodig?”
Slide 38 - Tekstslide
Hoe zou het wel lukken?
Slide 39 - Woordweb
Wat heb ik nodig?
Slide 40 - Woordweb
Morgen word je wakker en alles is anders.
Wie merkt het meteen op?
Wat merkt deze persoon meteen op?
Wat merk je aan jezelf?
Slide 41 - Tekstslide
Schaalvraag
Op een schaal van 0 tot 10, waar sta je nu en waar wil je naar toe?