Neem bijvoorbeeld de kleurtermen. Waarom heeft de grote dichter Homerus het steeds over de ‘wijnkleurige zee’? Niet omdat de zee vroeger rood was, of wijn blauw, of Homerus blind (of kleurenblind). Homerus zág waarschijnlijk nauwelijks verschil tussen een donkere zee en donkere wijn, omdat zijn taal er geen verschillende woorden voor had. Kortom: onze woordenschat bepaalt hoeveel verschillende kleuren we kunnen onderscheiden