In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H2 Water
Slide 1 - Tekstslide
H2 Water
Deze les:
terugblik vorige les
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie
Extra opgaven rekenen bij titraties
Slide 2 - Tekstslide
Welke stof is een zuur?
A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water
Slide 3 - Quizvraag
Welk schoonmaakazijn is een zuur schoonmaakmiddel?
A
groene zeep
B
ammonia
C
gootsteenontstopper
D
WC ontkalker
Slide 4 - Quizvraag
Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik ...
A
vet verwijderen
B
de afwas doen
C
kalk verwijderen
D
ramen lappen
Slide 5 - Quizvraag
Welke kleur krijgt rood lakmoespapier in een basische oplossing?
A
rood
B
blauw
C
paars
D
groen
Slide 6 - Quizvraag
Welke kleur krijgt rodekoolsap in schoonmaakazijn?
A
rood
B
paars
C
blauw
D
geel
Slide 7 - Quizvraag
Hoe herken je een zuur?
A
pH lager dan 7
B
pH hoger dan 7
C
pH is 7
Slide 8 - Quizvraag
Aan een zuur met pH = 3 wordt water toegevoegd.
Wat kan de pH van de verdunde oplossing zijn?
Laatste vraag
A
pH = 2
B
pH = 3
C
pH = 4
D
pH = 10
Slide 9 - Quizvraag
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Slide 10 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Slide 11 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Slide 12 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Slide 13 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Slide 14 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Voorbeeld van indicator is FFT (fenolftaleine).
Slide 15 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Zuur-base reacties
Een chemische reactie tussen een zuur en een base.
Voorbeelden van zuur-base reactie is:
Ontkalken van kalkaanslag met azijn.
Kalk is een basische stof en azijn is een oplossing van azijnzuur in water.
Bij deze reactie verdwijnt het kalk.
Je gebruikt een zuur-base reactie om een zure oplossing te neutraliseren (pH ongeveer 7).
Voorbeeld van indicator is FFT (fenolftaleine).
Ander voorbeeld: basisch gif wespensteek met azijn.
Slide 16 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
bij de douane
Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit
Slide 17 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
Slide 18 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
Slide 19 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
Slide 20 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
bij de douane
Slide 21 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Een proef waarmee je de concentratie van een oplossing kunt bepalen.
Denk aan laboratoria van:
ziekenhuizen
de chemische industrie
onderzoeksinstituten
bij de douane
Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit
Slide 22 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Slide 23 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Slide 24 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
Slide 25 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Slide 26 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Voeg de oplossing uit de buret druppelsgewijs toe
Slide 27 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Voeg de oplossing uit de buret druppelsgewijs toe
Als de indicator van kleur verandert stop je met toevoegen
Slide 28 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Voeg de oplossing uit de buret druppelsgewijs toe
Als de indicator van kleur verandert stop je met toevoegen
Je hebt nu de reactie geneutraliseerd: eindpunt
Slide 29 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Titratie
Met een zuur-base titratie bepaal je de concentratie van een zure of basische oplossing door de oplossing te neutraliseren.
Meet een bekende hoeveelheid zuur in een erlenmeyer
Voeg een paar druppels indicator toe
In de buret zit een basische oplossing met een bekende concentratie
Voeg de oplossing uit de buret druppelsgewijs toe
Als de indicator van kleur verandert stop je met toevoegen
Je hebt nu de reactie geneutraliseerd: eindpunt
Verhoudingstabel: concentratie berekenen
Slide 30 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie
In keukenazijn moet volgens de Warenwet minimaal 1000 mg azijnzuur per 25 mL aanwezig zijn. Een laborant controleert of een bepaald merk keukenazijn aan de wet voldoet.
Slide 31 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie
In keukenazijn moet volgens de Warenwet minimaal 1000 mg azijnzuur per 25 mL aanwezig zijn. Een laborant controleert of een bepaald merk keukenazijn aan de wet voldoet.
Meet 25 mL keukenazijn af en doe dit in een erlenmeyer.
Voeg drie druppels fenolftaleïne toe.
Voeg langzaam natronloog toe tot het eindpunt.
Noteer het volume toegevoegd natronloog.
Bereken de concentratie azijnzuur in de keukenazijn.
Slide 32 - Tekstslide
2.5 Zuur-base reacties
Voorbeeldtitratie (werkblad)
In keukenazijn moet volgens de Warenwet minimaal 1000 mg azijnzuur per 25 mL aanwezig zijn. Een laborant controleert of een bepaald merk keukenazijn aan de wet voldoet.
Meet 25 mL keukenazijn af en doe dit in een erlenmeyer.
Voeg drie druppels fenolftaleïne toe.
Voeg langzaam natronloog toe tot het eindpunt.
Noteer het volume toegevoegd natronloog.
Bereken de concentratie azijnzuur in de keukenazijn.
Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur.