In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefenen
Maak de vragen in deze lesson up
Slide 1 - Tekstslide
Het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking bereken je door
A
aantal inwoners : nationaal inkomen
B
nationaal inkomen : aantal inwoners
Slide 2 - Quizvraag
In november 2008 publiceert een politieke partij een voorstel waarin wordt gepleit voor de invoering van een soort vlaktaks in Nederland. Een vlaktaks is een belastingstelsel waarbij elke belastingplichtige hetzelfde tarief aan belasting betaalt over elke euro belastbaar inkomen. Maak van de volgende zinnen een juiste economische redenering. Als het voorstel van de politieke partij ingevoerd zou worden zal het tarief dat mensen met een hoog inkomen moeten betalen over één extra verdiende euro ...(1)…. Invoering van een uniform tarief zal, in vergelijking met het huidige (progressieve) tariefstelsel, leiden tot …(2)… van de secundaire inkomens. Kies uit:
A
(1) dalen (2) nivellering
B
(1) stijgen (2) nivellering
C
(1) dalen (2) denivellering
D
(1) stijgen (2) denivellering
Slide 3 - Quizvraag
Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land
Slide 4 - Quizvraag
Inkomen per hoofd van de bevolking =
A
het nationale inkomen
B
het gemiddelde inkomen per persoon
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent: Inkomen per hoofd (van de bevolking)
A
Salaris min kosten is het inkomen per hoofd
B
Het totaal aan schuld
C
Wat een gezin verdient
D
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land
Slide 6 - Quizvraag
Een land heeft een nationaal inkomen van 10 miljard. Er zijn 9 miljoen inwoners. Wat is inkomen per hoofd?
A
1111,11
B
1000
C
9000
D
1345,12
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland
A
snelle bevolkingsgroei
B
gebrek aan schoondrinkwater
C
goede infrastructuur
D
slechte scholing
Slide 8 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van geen ontwikkelingsland
A
Slechte infrastructuur
B
Veel landbouwgrond
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Veel analfabetisme
Slide 10 - Quizvraag
Kenmerken van een ontwikkelingsland zijn onder andere…
A
armoede, slechte gezondheidszorg, warm klimaat
B
economische achterstand op rijke landen en slechte gezondheidszorg
C
armoede, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg
D
veel criminaliteit, hoog geboortecijfer en slechte infrastructuur
Slide 11 - Quizvraag
1. Armoede 2. niet kunnen lezen of schrijven 3. niet naar school 4. kinderarbeid 5. ongeschoold werk
Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...
Slide 12 - Quizvraag
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp
B
Door structurele hulp
Slide 13 - Quizvraag
Nederland probeert met de ontwikkelingshulp zo veel mogelijk te bevorderen dat ontwikkelingslanden zelfstandig worden. Hoe noem je dit soort hulp?
A
Gebonden hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Structurele hulp
Slide 14 - Quizvraag
Ontwikkelingshulp met als doel het blijvend verminderen van armoede is een vorm van:
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
Slide 15 - Quizvraag
Om de gevolgen van een tsunami te voorkomen bouwt Nederland op haar kosten dijkbewaking voor Bangladesh. Wat voor een soort ontwikkelingshulp is dit?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Dit is geen ontwikkelingshulp
Slide 16 - Quizvraag
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?