VMBO 3 par 8.4 samen werken aan ontwikkeling

Paragraaf 8.4
Hoe is de welvaart verdeeld?
Terugblik
instructie 8.4
Aan het werk
doelencheck



1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.4
Hoe is de welvaart verdeeld?
Terugblik
instructie 8.4
Aan het werk
doelencheck



Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  • EU
  • EMU

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

Vraag, wie is er welvarender?
Nationaal inkomen Nederland €842.8 miljard 
  • aantal inwoners 17,5 miljoen
  • 842.800.000.000/17.500.000= €48160 per inwoner

Nationaal inkomen Luxenburg € 60,6 miljard
  • aantal inwoners 640.000
  • 60.600.000.000/640.000= €94.687 per inwoner

  • Prijzen van producten in het land
  • Zelfvoorziening.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Lesdoel 1
inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 6 - Tekstslide

Inkomen per hoofd van de bevolking


Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

Berekening
 nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 7 - Tekstslide

Nederland heeft een nationaal inkomen van
€ 818 miljard. Er zijn 17,4 miljoen mensen.

Hoeveel is het gemiddeld per hoofd van de bevolking?

Slide 8 - Open vraag

Lesdoel 2
wat zijn de kenmerken van een  ontwikkelingsland

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden
Economische achterstand bij ontwikkelingslanden:

  • Gebrek aan scholing
  • Slechte infrastructuur
  • Hoge schulden
  • grote verschillen tussen arm en rijk

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel 3
vicieuze cirkel van armoede

Slide 11 - Tekstslide

Vicieuze Cirkel

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel 4
welke soorten ontwikkelingshulp zijn er

Slide 13 - Tekstslide

Vormen van ontwikkelingshulp
Structurele hulp = lange termijn
Noodhulp = korte termijn

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
  • lees de theorie van paragraaf 8.4
  • maak vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 12
  • Of
  • bezig met praktische opdracht.

Slide 15 - Tekstslide

    Check

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen
Maak de vragen in deze lesson up

Slide 17 - Tekstslide

Het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking bereken je door
A
aantal inwoners / nationaal inkomen
B
nationaal inkomen / aantal inwoners

Slide 18 - Quizvraag

Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land

Slide 19 - Quizvraag

Inkomen per hoofd van de bevolking
=
A
het nationale inkomen
B
het gemiddelde inkomen per persoon

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent: Inkomen per hoofd
(van de bevolking)
A
Salaris min kosten is het inkomen per hoofd
B
Het totaal aan schuld
C
Wat een gezin verdient
D
Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land

Slide 21 - Quizvraag

Een land heeft een nationaal inkomen van 10 miljard. Er zijn 9 miljoen inwoners. Wat is inkomen per hoofd?
A
1111,11
B
1000
C
9000
D
1345,12

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland
A
snelle bevolkingsgroei
B
gebrek aan schoondrinkwater
C
goede infrastructuur
D
slechte scholing

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
slechte infrastructuur
B
monocultuur
C
snelle bevolkingsgroei
D
weinig analfabetisme

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van geen ontwikkelingsland
A
Slechte infrastructuur
B
Veel landbouwgrond
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Veel analfabetisme

Slide 25 - Quizvraag

Kenmerken van een ontwikkelingsland zijn onder andere…
A
armoede, slechte gezondheidszorg, warm klimaat
B
economische achterstand op rijke landen en slechte gezondheidszorg
C
armoede, slecht onderwijs en slechte gezondheidszorg
D
veel criminaliteit, hoog geboortecijfer en slechte infrastructuur

Slide 26 - Quizvraag

1. Armoede
2. niet kunnen lezen of schrijven
3. niet naar school
4. kinderarbeid
5. ongeschoold werk

Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...

Slide 27 - Quizvraag

Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp
B
Door structurele hulp

Slide 28 - Quizvraag

Nederland probeert met de ontwikkelingshulp zo veel mogelijk te bevorderen dat ontwikkelingslanden zelfstandig worden.
Hoe noem je dit soort hulp?
A
Gebonden hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Structurele hulp

Slide 29 - Quizvraag

Ontwikkelingshulp met als doel het blijvend verminderen van armoede is een vorm van:
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 30 - Quizvraag

Om de gevolgen van een tsunami te voorkomen bouwt Nederland op haar kosten dijkbewaking voor Bangladesh.
Wat voor een soort ontwikkelingshulp is dit?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Bilaterale hulp
D
Dit is geen ontwikkelingshulp

Slide 31 - Quizvraag

Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.

Slide 32 - Quizvraag