§1.1 Je moet keuzes maken!

§1.1 Je moet keuzes maken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Je moet keuzes maken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Wat voor behoeften kun je hebben?
  2. Welke betekenis heeft schaarste in de economie?
  3. Hoe wordt je beïnvloed  bij keuzes die je maakt?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 1
Wat voor behoeften kun je hebben?

Slide 3 - Tekstslide

Behoeften
  • Wanneer je een behoeften hebt kom je in actie om deze te vervullen.
  • Er maken onderscheid in twee soorten behoeften:
1. Primaire behoeften (belangrijk om te leven)
2. Secundaire behoeften (maken het leven aangenaam)

Het rangschikken van de behoeften van belangrijk naar minder belangrijk heet prioriteiten stellen.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
  1. Maak een lijstje van 5 van jouw behoeften.
  2. Zet er de nummer 1 tot en mij 5 voor. 1 is belangrijk en 5 is het minst belangrijk.
  3. Zet erachter een P of een S van primair of Secundair
  4. Maak een foto ervan en lever in.

Slide 5 - Tekstslide

Maak een foto van jouw lijstje en lever deze hier in.

Slide 6 - Open vraag

Leerdoel 2
Welke betekenis heeft schaarste in de economie?

Slide 7 - Tekstslide

Google het begrip schaarste, wat is het?

Slide 8 - Woordweb

Denk je dat jij last hebt van schaarste?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Keuzes maken
Bij schaarste worden er keuzes gemaakt bij het maken van goederen en diensten.

Een bakker heeft meel, een kneedmachine en een oven om brood te bakken. Ken je het op dat moment voor iets anders gebruiken?

Nee, hij maakt keuzes en offert iets op.
Schaarste is het op offeren van (productie)middelen om het product te maken

Slide 10 - Tekstslide

Is alles schaars?
Overleg met elkaar en geef antwoord.
Ja
Nee

Slide 11 - Poll

Vrije groederen
Schaarse goederen hebben een prijs.

Vrije goederen hebben dat niet. 

Voorbeelden zijn: Zon(licht), zeewater wind of vrije natuur.

Je maakt er gebruik van zonder te betalen.

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel 3
Hoe wordt je beïnvloed bij keuzes die je maakt?

Slide 13 - Tekstslide

Doelgroep
Commerciële bedrijven richten zich op een doelgroep van mensen.

Doelgroep, een groep mensen van de dezelfde leeftijd en interesses.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom zijn jongeren interessant voor bedrijven?

Slide 15 - Woordweb

Jongeren :
Hebben over algemeen veel geld te besteden.
Hebben invloed op de koopbeslissing bij hen thuis.
Blijven vaak trouw aan een bepaald merk of bedrijf.

Denk aan een auto of telefoon.

Slide 16 - Tekstslide

Wat heeft invloed op jouw koopgedrag?

Slide 17 - Woordweb

Wat heeft invloed op jouw koopgedrag
  • Commerciële beïnvloeding
  • Sociale beïnvloeding
  • Leeftijd
  • De ontwikkeling van jouw inkomen.
  • De tijd waarin je leeft
  • Technologische ontwikkeling
  • Kennis van producten.

Slide 18 - Tekstslide

Je wordt beïnvloed
Fabrikanten en winkeliers willen je overhalen om iets te kopen. Daarom maken ze gebruik van de Marketing Mix
1. Productbeleid
2. Prijsbeleid
3. Plaatsbeleid
4. Promotiebeleid
5. Personeelsbeleid
6. Presentatiebeleid

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Wat voor behoeften kun je hebben?
  2. Welke betekenis heeft schaarste in de economie?
  3. Hoe wordt je beïnvloed  bij keuzes die je maakt?

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk 
Maak de opgaven van §1.1
Opgaven: 1 t/m 16

Slide 21 - Tekstslide