4KB Thema 1 Planten

Thema 1: Planten
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Planten

Slide 1 - Tekstslide

Bladeren
In bladeren zitten bladgroenkorrels:
Die bladgroenkorrels maken glucose, een voedingsstof


Slide 2 - Tekstslide

Onderdelen bladeren


Huidmondje
Bladgroenkorrel
vaatbundel

Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 4 - Tekstslide

Stevigheid door water

Slide 5 - Tekstslide

Huidmondjes
Hebben twee sluitcellen
Zitten in de opperhuid
Hebben een opening


CO2 komt de plant in
O2 verlaat de plant

Slide 6 - Tekstslide

Transport
De plant moet bepaalde stoffen vervoeren door zijn hele lichaam
Dit doet hij door vaatbundels: dunne buisjes die van wortels tot bladeren lopen (en andersom)

Slide 7 - Tekstslide

Houtvaten
Vaatbundels bestaan uit twee soorten vaten

Houtvaten: vervoeren water en mineralen van de wortels, helemaal naar boven tot in de bladeren

Slide 8 - Tekstslide

Bastvaten
Bastvaten vervoeren energierijke stoffen (suiker ofwel glucose) naar de rest van de plant

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bastvaten en houtvaten

Slide 11 - Tekstslide

bastvaten en houtvaten
Houtvaten zijn dode cellen
Ze bestaan uit cellulose en houtstof

Bastvaten zijn levende cellen
Er zitten openingen in om stoffen 
door te laten

Slide 12 - Tekstslide

Bastvaten en houtvaten

Slide 13 - Tekstslide

Stevigheid
houtvaten en vezels zorgen voor stevigheid
Ze hebben dikke celwanden en bestaan uit cellulose en houtstof (heel stevig)
Vezels zijn steviger dan houtcellen
Touw wordt bijvoorbeeld gemaakt van vezels

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vervoer door wortels gaat via de celwanden

Slide 16 - Tekstslide

Verdamping van bladeren

Slide 17 - Tekstslide

Organisch en anorganisch
Organisch: stoffen waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd
Ze zijn energierijk en zijn door organismen gevormd

Slide 18 - Tekstslide

Organisch en anorganisch
Anorganisch: stoffen die in organismen en de levenloze natuur voorkomen
Bevatten weinig energie

Slide 19 - Tekstslide

Verbranding
Nodig? Glucose en zuurstof
Wat wil je? Energie
Wat ontstaat nog meer? Koolstofdioxide en water

Slide 20 - Tekstslide

Fotosynthese en verbranding in organismen

Waar doen dieren aan?

Waar doen planten aan?

Slide 21 - Tekstslide

Assimilatie

Slide 22 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Maar 1 ouderplant
Nakomelingen hebben dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouderplant
Een deel van de ouderplant groeit uit tot nieuwe plant

Slide 23 - Tekstslide

Mitose
Een plantencel deelt zich om zo twee nieuwe plantencellen te vormen
Algen en wieren doen dit

Slide 24 - Tekstslide

Stekken
Je snijdt een deel van de plant af en plant deze in een andere pot
Het afgesneden stuk heet de stek en groeit uit tot nieuwe plant

Slide 25 - Tekstslide

Knollen
Verdikte stengels
Aardappel bijvoorbeeld

Slide 26 - Tekstslide

Bollen
Bestaan uit rokken en een bolschijf
De rokken zijn verdikte bladeren
Er zitten knoppen in die kunnen uitgroeien tot nieuwe plant
Denk aan tulpenbol

Slide 27 - Tekstslide

Uitlopers en wortelstokken
Uitlopers: Stengels die bovengronds uitgroeien tot nieuwe plant 

Wortelstok: Stengels die ondergronds uitgroeien tot nieuwe plant

Slide 28 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Eicel en zaadcel: geslachtscellen

Geslachtscellen worden gemaakt in de bloemen (voortplantingsorganen)

Zaadcel = stuifmeelkorrel

Slide 29 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Eerst meiose: Deling waarbij geslachtscellen worden gemaakt

Als stuifmeelkorrel en eicel samen zijn gesmolten is er sprake van bevruchting

Er ontstaat een zaadje en die wordt de nieuwe plant

Slide 30 - Tekstslide

Onderdelen plant

Slide 31 - Tekstslide

Meeldraden

Slide 32 - Tekstslide

Stamper

Slide 33 - Tekstslide

Bestuiving

Slide 34 - Tekstslide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 35 - Tekstslide

Insectenbloemen
Sommige bloemen worden bestoven met behulp van insecten
Deze bloemen moeten opvallen door kleur of geur
Insecten gaan op zoek naar nectar
Het stuifmeel is plakkerig en ruw

Slide 36 - Tekstslide

Windbestuiving
Het zijn vaak kleine, onopvallende bloemen
De meeldraden en stamper hangen buiten de bloem
Het stuifmeel is licht en glad

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Bevruchting
Stuifmeelkorrel maakt stuifmeelbuis
Die groeit naar de eicel toe
Eicel en stuifmeelkorrel versmelten met elkaar: Bevruchting

Slide 39 - Tekstslide

Na bevruchting
Groeit iedere bevruchte eicel uit tot zaad
Er kunnen meerdere zaden per vruchtbeginsel zijn
De eicellen zitten in zaadbeginsels en groeien samen uit tot zaadje
Het vruchtbeginsel wordt de vrucht

Slide 40 - Tekstslide

Hoeveel zaadjes?

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Zaadverspreiding
Bedenk eens hoe planten hun zaden kunnen verspreiden

Slide 43 - Tekstslide

Zaad
verspreiding


Wind
Dieren
Door planten zelf

Slide 44 - Tekstslide