De zenuwcellen in het ruggenmerg vormen de tussenstations tussen romp en ledematen en de hersenen
Aan de achterkant van het ruggenmerg liggen de gevoelszenuwcellen vanuit de zintuigen
Aan de voorkant liggen de bewegingszenuwcellen naar de spieren van romp, armen en benen.
Slide 10 - Tekstslide
Welke soort zenuwcellen liggen voornamelijk in je ruggenmerg?
Slide 11 - Open vraag
Wat is er mis met je ruggenmerg bij een dwarslaesie?
Slide 12 - Open vraag
Er is op dit moment enorm veel onderzoek naar stamcellen voor de (gedeeltelijke) genezing van een dwarslaesie? Waarom gebruikt men stamcellen voor dit onderzoek?
Slide 13 - Open vraag
4.5 leerdoelen
Ik kan de taken van het ruggenmerg, de hersenstam, de kleine hersenen en de grote hersenen noemen
Er komen nu een aantal vragen ter controle, probeer ze zonder boek of internet te maken.
Slide 14 - Tekstslide
Als je een geluid waarneemt, komt dat omdat er in een bepaald deel van de hersenen impulsen aankomen. In welk deel van de hersenen is dat?
Slide 15 - Open vraag
Bij een volwassene in rust is de hartslagfrequentie ongeveer 70 slagen per minuut. Wanneer de impulsoverdracht via het zenuwstelsel naar het hart wordt geblokkeerd, blijkt de hartslagfrequentie toe te nemen tot ongeveer 100 slagen per minuut. Dit wordt de eigen of "intrinsieke", hartslagfrequentie genoemd. Delen van het centrale zenuwstelsel zijn: de hersenstam, de grote en de kleine hersenen. In welk van deze delen bevindt zich een centrum waar de actiepotentialen ontstaan die door de nervus vagus naar het hart lopen?
Slide 16 - Open vraag
Bij goede zwemmers kan bij vermoeidheid de verzuring van spieren toenemen. Hierdoor zijn deze spieren niet meer in staat om nauwkeurig gedoseerde activiteit te leveren. Welke delen van het zenuwstelsel zijn bij de activiteit van deze spieren betrokken?
A
Hersenen, motorische zenuwen, ruggenmerg en sensorische zenuwen
B
Hersenen, motorische zenuwen en ruggenmerg
C
Motorische zenuwen, ruggenmerg en sensorische zenuwen
D
Hersenen, motorische zenuwen en sensorische zenuwen
Slide 17 - Quizvraag
Als het hart te snel gaat kloppen dreigt de bloeddruk in de bloedvaten te hoog te worden. Zintuigen in de wand van de aorta en de halsslagaders registreren de toename van de bloeddruk en sturen impulsen naar het regelcentrum in de hersenen. Via het autonome zenuwstelsel wordt de hartslag dan verlaagd. In welke deel van de hersenen ligt het centrum dat de hartslagfrequentie regelt en via welk deel van het autonome zenuwstelsel wordt het hartritme verlaagd?
Slide 18 - Open vraag
In de hersenen zijn het centrum van Broca en het centrum van Wernicke betrokken bij het spreken en luisteren. Als je zelf praat, worden vooral vanuit het centrum van Broca impulsen gestuurd naar stembanden, lippen en tong. Als er tegen je wordt gepraat, word je je hiervan bewust en vindt herkenning van de stem vooral plaats in het centrum van Wernicke. Is op grond van deze gegevens het centrum van Broca vooral motorisch of vooral sensorisch te noemen? En het centrum van Wernicke?
Slide 19 - Open vraag
Als iemand tegen je praat vinden op dat moment, als gevolg daarvan, veranderingen plaats in het centrum van Wernicke. Hierover worden drie beweringen gedaan. 1. Het aantal synapsen tussen zenuwcellen neemt daar dan toe. 2. Het aantal impulsen per tijdseenheid neemt daar dan toe. 3. Het gebruik van glucose in de zenuwcellen neemt daar toe. Noteer bij elke bewering of het juist of onjuist is
Slide 20 - Open vraag
Aan de slag
Veel foute antwoorden bij de vorige vragen? Bekijk nogmaals de LessonUp en lees de theorie op 10voorbiologie.
Daarna, maak de toetsvragen van 4.5.10. Lever een foto van je huiswerk in de volgende slide in.
Slide 21 - Tekstslide
Maak een foto van je antwoorden van de toetsvragen van 4.5.10
Slide 22 - Open vraag
Ik heb behoefte aan een contact moment met de docent omdat ik (nadat ik alles heb gedaan in de lesson-up) nog vragen heb.