4.6 Reflexen

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling. In de hersenstam zullen voornamelijk schakelcellen liggen die te maken hebben met het (T1)
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Perifere zenuwstelsel
D
Centrale zenuwstelsel

Slide 2 - Quizvraag

Herhaling. Een impuls wordt overgedragen van cel op cel. Welke cellen kunnen dit zijn? (T1)

I - motorische zenuwcel op spiercel
II - schakelcel op schakelcel
III - motorische zenuwcel op schakelcel
IV - schakelcel op sensorische zenuwcel
A
I en II
B
II en III
C
III en IV
D
I en IV

Slide 3 - Quizvraag

Herhaling. Aan welke zijde komen de sensorische zenuwcellen in het ruggenmerg? En aan welke zijde de motorische zenuwcellen? (T2)
A
Buikkant = sensorische Rugkant = motorische
B
Buikkant = sensorische Buikkant = motorische
C
Rugkant = sensorische Buikkant = motorische
D
Rugkant = sensorische Rugkant = motorische

Slide 4 - Quizvraag

Als het hart te snel gaat kloppen dreigt de bloeddruk in de bloedvaten te hoog te worden. Zintuigen in de wand van de aorta en de halsslagaders registreren de toename van de bloeddruk en sturen impulsen naar het regelcentrum in de hersenen. Via het autonome zenuwstelsel wordt de hartslag dan verlaagd.
In welke deel van de hersenen ligt het centrum dat de hartslagfrequentie regelt en via welk deel van het autonome zenuwstelsel wordt het hartritme verlaagd?

Slide 5 - Open vraag

In de hersenen zijn het centrum van Broca en het centrum van Wernicke betrokken bij het spreken en luisteren. Als je zelf praat, worden vooral vanuit het centrum van Broca impulsen gestuurd naar stembanden, lippen en tong. Als er tegen je wordt gepraat, word je je hiervan bewust en vindt herkenning van de stem vooral plaats in het centrum van Wernicke.
Is op grond van deze gegevens het centrum van Broca vooral motorisch of vooral sensorisch te noemen? En het centrum van Wernicke?
A
Broca motorisch Wernicke sensorisch
B
Broca motorisch Wernicke motorisch
C
Broca sensorisch Wernicke sensorisch
D
Broca sensorisch Wernicke motorisch

Slide 6 - Quizvraag

Als iemand tegen je praat vinden op dat moment, als gevolg daarvan, veranderingen plaats in het centrum van Wernicke. Hierover worden drie beweringen gedaan.
1. Het aantal synapsen tussen zenuwcellen neemt daar dan toe.
2. Het aantal impulsen per tijdseenheid neemt daar dan toe.
3. Het gebruik van glucose in de zenuwcellen neemt daar toe.
Noteer bij elke bewering of het juist of onjuist is

Slide 7 - Open vraag

Pupilreflex
  • Wordt gebruikt door artsen ter controle of iemand is overleden 
  • Regelt de hoeveelheid licht in het oog

Leerdoelen:
Leg uit welke delen van het zenuwstelsel een rol spelen bij de pupilreflex.
Hiervoor moet je de onderdelen van het ZS kennen die horen bij een reflexboog

BRON: BINAS 88A, K en §4.6 

Slide 8 - Tekstslide

Succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: reflex, reflexboog, aangeleerde reflex, geconditioneerde reflex


  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

BRON: BINAS 88A, 88K en §4.6 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is eigenlijk een reflex?

Slide 10 - Open vraag

Reflexen
Aangestuurd door autonome zenuwstelsel

Je noemt de weg die impulsen tijdens de reflex afleggen een reflexboog

Reflexen van het lichaam lopen via het ruggenmerg

Reflexen van hoofd en hals gaan via de hersenstam






Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Reflexboog: spierreceptorcel - sensorische zenuwcel - (schakelcel) - motorische zenuwcel - spiercel

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de reden dat een reflexboog niet via de grote hersenen gaat? (T1)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Bij reflexen in het gezicht gaat de reflexboog niet via het ruggenmerg. Via welk onderdeel van het centraal zenuwstelsel gaan zulke reflexbogen? (R)
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer iemand staat, kan een hele kleine beweging tot gevolg hebben dat het lichaam iets naar voren helt. Dan worden de kuitspieren, die aan de achterkant van de onderbenen liggen, iets uitgerekt. Deze uitrekking veroorzaakt een reflex die leidt tot het samentrekken van deze kuitspieren. Hierdoor wordt de oorspronkelijke houding van het lichaam hersteld. Deze reflex heet de kuitspierreflex.
Vijf delen van de reflexboog van de kuitspierreflex zijn: (1) een bewegingszenuwcel, (2) een schakelcel, (3) een gevoelszenuwcel, (4) een spier, (5) een spierzintuig
In welke volgorde zijn deze delen bij het optreden van de kuitspierreflex betrokken?

Slide 17 - Open vraag

De zenuwen in deze afbeelding lopen naar de benen. Iemand heeft een laesie (breuk) in onderdeel 5. (T2)

a) Kan deze persoon pijn voelen?
b) Kan deze persoon bewegen.
c) Voor welk been geldt dit (L/R)?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Soorten reflexen
Aangeboren reflexen - reflexen die niet aangeleerd hoeven te worden (pupilreflex)

Aangeleerde reflexen - reflexen die geleerd kunnen worden (fietsen)

Geconditioneerde reflexen - zijn reflexen of reacties die optreden op prikkels die  eigenlijk niets met de prikkel te maken hebben

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Bedenk een voorbeeld van een geconditioneerde reflex die jij of iemand in je omgeving hebt

Slide 22 - Open vraag

Veel reclames en bedrijven proberen een geconditioneerde reflex op te roepen

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Veel foute antwoorden bij de  vragen? Bekijk nogmaals de Lesson Up en lees de theorie op 10voorbiologie.

Huiswerk = opdrachten 4.4 en 4.5 (alle)


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link