Het circulatiestelsel

het circulatiestelsel
B1-K1-W1:
Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (Gezondheidsbevorderaar)
Canvas module Zicht op Zorg AF

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

het circulatiestelsel
B1-K1-W1:
Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (Gezondheidsbevorderaar)
Canvas module Zicht op Zorg AF

Slide 1 - Tekstslide

leerdoel
De beginnend beroepsbeoefenaar:
heeft kennis van anatomie en fysiologie met betrekking tot:
het circulatiestelsel
en kan vitale functies en lichaamstemperatuur bewaken

Slide 2 - Tekstslide

circulatiestelsel

Slide 3 - Woordweb

Introductie 'Het Hart'
                                              Circulatiestelsel: 
  • Transporteren van bloed
  • Bloedcellen (afweercellen e.d.)
  • Water
  • Voedingsstoffen en afvalstoffen
  • Zuurstof/koolstofdioxide
  • Hormonen, beschermende stoffen
  • Medicijnen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Het hart heeft zelf ook zuurstof nodig. Welke bloedvaten zorgen hiervoor?
A
longslagaders
B
onderste en bovenste holle aders
C
kransslagaders
D
longaders

Slide 7 - Quizvraag


Welke bloedvaten (van het hart) zijn zuurstof rijk:

A
De vena cava Inferior en de vena cava Superior
B
De Aorta en de vena Pulmonalis
C
De arterie Pulmonalis en de Aorta

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Vervoeren voedingsstoffen

Slide 9 - Quizvraag


A
1.slagader 2.haarvat 3.ader
B
1.aorta 2.haarvat 3. ader
C
1.ader 2.haarvat 3.slagader
D
1.ader 2.haarvat 3. ader

Slide 10 - Quizvraag

Via de armslagaders komt er bloed in je armen en handen.
Bij welke bloedsomloop horen de armslagaders?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Grote en kleine bloedsomloop

Slide 11 - Quizvraag

Hoe wordt het zakje genoemd dat om het hart heen zit?
Groep van antwoordkeuzes


A
Endocard
B
Myocard
C
Pericard

Slide 12 - Quizvraag

Tussen de rechterkamer en de longslagader zitten de pulmonaliskleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

1. Rechter atrium (boezem)
2. Linker atrium (boezem)
3. Bovenste holle ader
4. Aorta
5. Longslagader
6. Vier longaders
7. Mitralisklep
8. Aortaklep
9. Linkerventrikel (kamer)
10. Rechterventrikel (kamer)
11. Onderste holle ader
12. Tricuspidalisklep
13. Pulmonalisklep

Slide 14 - Tekstslide

vitale functies (zorgpad pers.zorg)
Leerpad 11: Vitale functies en lichaamstemperatuur en de toetsen waarmee jij je kennis wil checken:
Toets Ademhaling tellen: Vaardigheid, 30 min;
Toets Polsslag tellen: Vaardigheid, 30 min;
Toets Bloeddruk meten, digitale bloeddrukmeter: Vaardigheid, 30m;
Toets Bloeddruk meten - stethoscoop: Vaardigheid, 30m;
Toets Lichaamstemperatuur opnemen: rectaal: Vaardigheid, 30m;
Toets Lichaamstemperatuur opnemen: oor: Vaardigheid, 30m;
Toets Lichaamstemperatuur opnemen: oraal en axillair: Vaardigheid, 30m;
Toets Saturatie meten met een finger-pulse-oximeter: Vaardigheid, 30m;
Toets Bewustzijn meten met de Glasgow Coma Schaal: Vaardigheid, 30m.

Slide 15 - Tekstslide