In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
Pak je I-pad
Log alvast in bij LessonUp
Hou Score op de achtergrond klaar.
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les :
kun je uitleggen dat een bedrijf kosten moet maken om doelstellingen te bereiken
kun je met voorbeelden het verschil uitleggen tussen variabele en vaste kosten
kun je uitleggen wat loonkosten, huisvestingskosten en verkoopkosten zijn
kun je rekenen met rente- en aflossingskosten
kun je de afschrijving per jaar van een duurzaam productiegoed berekenen
Slide 2 - Tekstslide
5.3 Wat kost dat
Slide 3 - Tekstslide
Doelen van een bedrijf
Maken van zoveel mogelijk producten
Zo veel mogelijk winst
Continuïteit
Slide 4 - Tekstslide
Continuïteit
Er is sprake van continuïteit wanneer:
Omzet > Kosten
(omzet = Prijs maal de hoeveelheid verkochte producten)
Slide 5 - Tekstslide
Onder te verdelen Kosten
Bedrijfskosten -> Vaste Kosten : Kosten die niet afhangen
van de omvang van de productie of de afzet.
-> Variabele Kosten: Kosten die wel afhangen van de omvang van de productie of de afzet.
Verpakking
Huur van een pand
Slide 6 - Tekstslide
Soorten bedrijfskosten
Inkoopwaarde van de omzet
Loonkosten
Huisvestingskosten
Verkoopkosten (reclame of verzendkosten)
Rentekosten
Afschrijvingskosten
Slide 7 - Tekstslide
Afschrijvingskosten
Vermindering van waarde door SLIJTAGE
(Het gaat om duurzame productiemiddelen)
Slide 8 - Tekstslide
Formule Afschrijvingskosten
aantalGebruiksjarenaanschafwaarde−restwaarde
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Op de Balans van een wijnhandelaar staat op 1 januari 2023 een winkelpand ter waarde van € 120.000 . Een jaar later staat het voor € 110.000 op de balans. Ieder jaar wordt het pand voor 2% van de oorspronkelijke waarde afgeschreven. Bereken de oorspronkelijke waarde van het pand.
Slide 11 - Open vraag
Wijnhandelaar heeft ook een auto gekocht voor € 20.000,-. Deze gaat naar verwachting 12 jaar mee en is dan nog € 2.000,- waard. Bereken de afschrijvingskosten per jaar.
Slide 12 - Open vraag
Aan de slag!
Maken:
Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.