In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.3 Wat kost dat?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen dat een bedrijf kosten moet maken om de doelstellingen te bereiken
Ik kan het verschil tussen vaste- en variabele kosten uitleggen
Ik kan de kostenfunctie opstellen
Ik kan de afschrijvingskosten van een duurzaam productiegoed berekenen
Slide 2 - Tekstslide
Programma deze les
Huiswerk controleren
Uitleg
Oefenen
Opdrachten maken
Afsluiting & Huiswerk
Slide 3 - Tekstslide
Variabele kosten
"Kosten waarvan het totaalbedrag wél afhankelijk is van de omvang van de productie of de verkoop"
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
TOTALE BEDRIJFSKOSTEN = VARIABELE KOSTEN + VASTE KOSTEN
Een voorbeeld:
de variabele kosten zijn € 5,- per taart
de vaste kosten zijn € 2000,- per maand
de afzet is 150 taarten
Wat zijn de totale kosten per maand?
€ 5,- X 150 + € 2000,- = € 2.750,-
Slide 8 - Tekstslide
Afschrijving
Waardevermindering van kapitaalgoederen (de machines, computers, bedrijfsauto's worden ouder en slijten door het gebruik)
Slide 9 - Tekstslide
Waarom ?
Omdat de balans de actuele waarde van het bedrijf op één bepaald moment weergeeft.
Zou je de afschrijving ( waardevermindering) niet meenemen dan staan de vaste activa te hoog gewaardeerd op de balans omdat er slijtage optreedt door gebruik.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe te berekenen ?
een voorbeeld
aanschafprijs van een machine € 200.000,-
waarde na 6 jaar bij verkoop nog € 20.000,-
hoe groot is de totale waardevermindering ?
(200.000-20.000) € 180.000,-
hoe groot is de waardevermindering per jaar?
€ 180.000,- / 6 = € 30.000,-
Slide 11 - Tekstslide
Afschrijvingskosten berekenen
dus de formule voor de berekening van de jaarlijkse afschrijvingskosten :
(aanschafwaarde - restwaarde) / gebruiksjaren
(200.000 - 20.000) / 6 = € 30.000,- per jaar
maandelijkse afschrijvingskosten :
€ 30.000,- / 12 = € 2.500,-
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Opdrachten maken
Wat : Maken opdrachten
22, 24 t/m 27, 30 en 32
Hulp: je boek
Hoe: Zelfstandig werken, eerste 5 minuten
is het stil
Tijd : 15 minuten
timer
15:00
Slide 14 - Tekstslide
Ga je winst maken?
Dat hoor je de volgende les ....!
Eerst even kijken of de leerdoelen van vandaag behaald zijn....
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Een bedrijf moet kosten maken omdat ...
Het verschil tussen vaste- en variabele kosten is .....
De kostenfunctie luidt .......
Afschrijvingskosten bereken je door ..........
Slide 16 - Tekstslide
Evaluatie
Slide 17 - Tekstslide
Jouw antwoord op evaluatie vraag Waar heb ik nog een vraag over?