3-past cont. herhaling

Doel van de dag
Aan het einde van de les kan je de past continuous uitleggen

Aan het einde van de les kan je de past simple uitleggen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de dag
Aan het einde van de les kan je de past continuous uitleggen

Aan het einde van de les kan je de past simple uitleggen

Slide 1 - Tekstslide

Past continuous
Gebruik je om aan te geven dat iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was.

- I was eating a pizza last night. (+)
  • ik was pizza aan het eten gisteravond. 
- I wasn't eating a pizza last night. (-)
- Was I eating a pizza last night? (?)

Slide 2 - Tekstslide

Past continuous
was / were + werkwoord + ing
  • was gebruik je bij enkelvoud (I, he, she, it)
  • were gebruik je bij meervoud (we, you, they)

- We were planning our holiday last week. (+)
- We weren't planning our holiday. (-)
- Were we planning our holiday? (?)

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht - past continuous

1. Julie______(sleep) at three o'clock.
2. You_______(study) at three o'clock.
3. Luke_____(read) at three o'clock.
4. I________(work) at three o'clock.
5. They_______(eat) chocolate at three o'clock.
6. John_________(play) tennis at three o'clock.
7.  He_______(use) the internet at three o'clock.
8.  You________(cook) lunch at three o'clock.
9. We________(travel) to London at three o'clock.
10. The dogs_____(not/play) outside when the murder happened.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Grammar
Regelmatige werkwoorden krijgen een -ed in de past tense.
Play --> Played
Watch --> watched
Woorden die eindigen met een -y, krijgen -ied.
Try --> tried

Slide 10 - Tekstslide

Grammar
Vragen en ontkenningen in de past simple krijgen vaak een hulpwerkwoord.
Het hulpwerkwoord is vaak did (not).
Ontkenningen ( onderwerp + didn't + hoofdwerkwoord)
Hij fietst niet naar school --> He didn't cycle to school.
Zij las niet veel boeken --> She didn't read many books.

Slide 11 - Tekstslide

Grammar
Vragend (Did + onderwerp + hoofdwerkwoord)

Fietste hij naar school? --> Did he cycle to school?
Las zij veel boeken? --> Did she read many books?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link