Les 03 - Perspectief

Perspectieven
Fictie §B2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Perspectieven
Fictie §B2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- hoe een schrijver zijn verhaal aan de lezer kan presenteren; 
- welke vertelperspectieven er zijn; 
- wat de kenmerken van de verschillende vertelperspectieven zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken huiswerk
Bespreek opdracht 3 tot en met 7, 10 en 11 op pagina 156 en 157 met je buurman of buurvrouw. 

We kijken er straks samen naar. 

Slide 3 - Tekstslide

Perspectieven
In een verhaal vinden vaak veel gebeurtenissen plaats, waarbij meerdere personen zijn betrokken. Ieder personage beleeft deze gebeurtenissen op zijn eigen manier. 

Hoe je deze gebeurtenissen als lezer meekrijgt, hangt af van het perspectief waarvoor de schrijver kiest. 

Slide 4 - Tekstslide

Auteur, verteller en perspectief
In een literair werk wordt een verhaal verteld. Daarbij is het van belang dat we verschillende onderscheiden maken: 

- De auteur is de persoon die het literaire werk heeft bedacht en opgeschreven;
- De verteller is degene die in het boek het verhaal aan de lezer presenteert;
- Het perspectief is het standpunt van waaruit de verteller de gebeurtenissen beschrijft. 

Slide 5 - Tekstslide

Perspectieven
Zoals we zojuist hebben gezien, kan het een groot verschil maken wie de gebeurtenissen aan ons presenteert. We onderscheiden hierbij grofweg drie vertelperspectieven: 

- de ik-verteller
- de personale verteller
- de auctoriale verteller

Slide 6 - Tekstslide

De ik-verteller
De 'ik' is een personage in het verhaal die vertelt wat hij of zij meemaakt, denkt en voelt. Hij maakt zelf onderdeel uit van het verhaal. 

- De 'ik' weet alleen wat hijzelf meemaakt, denkt en voelt. 
- De 'ik' kan onbetrouwbaar zijn. 
- Binnen een verhaal kunnen verschillende 'ikken' voorkomen, dan is er sprake van een meervoudig perspectief.

Slide 7 - Tekstslide

De personale verteller
Een personale verteller heeft veel kenmerken van de 'ik'-verteller, maar is toch anders. 

De personale verteller weet van één persoon wat hij meemaakt, denkt en voelt. Deze persoon wordt in de derde persoon aangeduid. 

Ook hierbij is een meervoudig perspectief mogelijk. 

Slide 8 - Tekstslide

De auctoriale verteller
De auctoriale verteller is alwetend; dit houdt in dat hij alles hoort en ziet, weet wat alle personages denken en weet wat er gebeurd is en nog zal gebeuren. 

De auctoriale verteller kan als enige de lezer direct aanspreken en commentaar geven op de gebeurtenissen. 

De auctoriale verteller is geen personage in het boek. 

Slide 9 - Tekstslide

Functie en effect perspectief
Een schrijver kiest nooit zonder reden voor een perspectief. Het is de belangrijkste manier waarop hij de lezer kan manipuleren. 

Ga na wat de functie van het perspectief is door vragen te stellen: 
- Identificeer ik me met een personage door het perspectief? 
- Hoe wordt mijn leesbeleving beïnvloed door de keuze van het perspectief? 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
 Werk nu aan opdracht 1 tot en met 5 op pagina 160. Deze kijken we nog gedurende dit lesuur na. 
Het huiswerk is opdracht 6 tot en met 10. 

Slide 11 - Tekstslide