Geef enkele voorbeelden van oxides die ontstaan bij de verbranding van fossiele brandstoffen
Slide 7 - Woordweb
Oxides
C
CO2
H
H2O
S
SO2
N
NO2
Slide 8 - Tekstslide
BOEM!
Explosie: Snelle verbranding waarbij het volume van de gasvorminge stoffen snel toeneemt
Explosie grenzen: Ideale verhouding tussen
brandstof en zuurstof
Slide 9 - Tekstslide
Explosiegrenzen
Zie ook figuur 4.3 uit je boek.
Onderste explosie grens (OEG):
- Minimale hoeveelheid brandstof
- Maximale hoeveelheid zuurstof
Bovenste explosie grens (BEG):
- Maximale hoeveelheid brandstof
- Minimale hoeveelheid zuurstof
Slide 10 - Tekstslide
Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door met water te blussen?
A
Brandstof
B
Energie
C
Zuurstof
D
Mengverhouding
Slide 11 - Quizvraag
Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door het vuur af te dekken met een blusdeken?
A
Brandstof
B
Energie
C
Zuurstof
D
Mengverhouding
Slide 12 - Quizvraag
Welke voorwaarde voor verbranding haal je weg door de gaskraan dicht te doen of het hout uit elkaar te halen?
A
Brandstof
B
Energie
C
Zuurstof
D
Mengverhouding
Slide 13 - Quizvraag
- Ik kan uitleggen wat een verbranding is. - Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is. - Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.
Ik kan het leerdoel onvoldoende
Ik kan het leerdoel voldoende
Ik vind het leerdoel heel makkelijk
Slide 14 - Poll
Basis opdracht
Maken opdracht 1, 2
Slide 15 - Tekstslide
Extra uitdaging
Maken opdracht 3, 5
Slide 16 - Tekstslide
Extra oefening
Maken opdracht 1, 2
Slide 17 - Tekstslide
- Ik kan uitleggen wat een verbranding is. - Ik kan uitleggen wat de branddriehoek en brandvijfhoek is. - Ik kan uitleggen wat de voorwaarden zijn voor een explosie.
Ik kan het leerdoel onvoldoende
Ik kan het leerdoel voldoende
Ik vind het leerdoel heel makkelijk
Slide 18 - Poll
Leerdoelen deel 1
- Ik kan uitleggen wat een gegeven GHS-symbool betekent.
- Ik kan aangeven met welke reagentia bepaalde stoffen kunnen worden aangetoond.
- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
Slide 19 - Tekstslide
GHS symbolen
Slide 20 - Tekstslide
Ik kan uitleggen wat een gegeven GHS-symbool betekent.
Ik kan het leerdoel onvoldoende
Ik kan het leerdoel voldoende
Ik vind het leerdoel heel makkelijk
Slide 21 - Poll
Leerdoelen deel 2
- Ik kan uitleggen wat een gegeven GHS-symbool betekent.
- Ik kan aangeven met welke reagentia bepaalde stoffen kunnen worden aangetoond.
- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
Reagens: Een stof die een andere stof selectief kan aantonen.
Custardpoeder
Kopersulfaat
Kalkwater
Joodoplossing
Joodoplossing
Zetmeel
Slide 26 - Tekstslide
- Ik kan aangeven met welke reagentia bepaalde stoffen kunnen worden aangetoond. - Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
Ik kan het leerdoel onvoldoende
Ik kan het leerdoel voldoende
Ik vind het leerdoel heel makkelijk
Slide 27 - Poll
Opdrachten
Makkelijke opdracht (1 vinger): 10, 14ab
Basis opdracht (2 vingers): 14 (geheel)
Moeilijke opdracht (3 vingers): 14cde, 19
Slide 28 - Tekstslide
- Ik kan aangeven met welke reagentia bepaalde stoffen kunnen worden aangetoond. - Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een volledige en onvolledige verbranding.
Ik kan het leerdoel onvoldoende
Ik kan het leerdoel voldoende
Ik vind het leerdoel heel makkelijk
Slide 29 - Poll
Weektaak
- Lezen H4.1 en H4.2
- Afmaken opdrachten die je niet af had in de les (zie Lessonup)
Denk aan deadline van verslag aankomende vrijdag!!!