Schooltaalwoorden - 10

Woordenschat en Schrijven
In deze LessonUp gaan we aan de slag met de woorden uit de vorige les: 

geconstrueerd: volgens een logische opbouw
interpreteren:    op een bepaalde manier opvatten
nagaan:                controleren
n.a.v.:                      naar aanleiding van
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat en Schrijven
In deze LessonUp gaan we aan de slag met de woorden uit de vorige les: 

geconstrueerd: volgens een logische opbouw
interpreteren:    op een bepaalde manier opvatten
nagaan:                controleren
n.a.v.:                      naar aanleiding van

Slide 1 - Tekstslide

geconstrueerd
A
snel in elkaar gezet
B
volgens een logische opbouw
C
met een conclusie
D
diepgaand

Slide 2 - Quizvraag

interpreteren
A
op een bepaalde manier opvatten
B
innemen
C
omgaan met
D
handeling met een bepaald doel

Slide 3 - Quizvraag

nagaan
A
volgen
B
nadoen
C
controleren
D
later gaan

Slide 4 - Quizvraag

n.a.v.
A
na aankomst van
B
na afloop van
C
naar aanleiding van
D
naar aankondiging van

Slide 5 - Quizvraag

naar aanleiding van
A
te maken hebbend met iets wat eerder is gedaan/gebeurd
B
naar de leiding toe stappen
C
nadat de leiding iets heeft besloten
D
te maken hebbend met iets wat nog gaat gebeuren

Slide 6 - Quizvraag

Maak een zin waarin je de afkorting n.a.v. correct gebruikt.

Slide 7 - Open vraag

Maak een zin met het woord 'construeren.
De betekenis moet duidelijk zijn.

Slide 8 - Open vraag

Kies nu zelf één van de woorden 'nagaan' of 'interpreteren' en schrijf een kort stukje (drie à vier zinnen) met het woord van jouw keuze.

Slide 9 - Open vraag

That's all, folks!

Slide 10 - Tekstslide