Fabricagekostprijs, 15-03-2022

Planning voor de les:
4 min: binnenkomst, welkom en spullen voor
10 min: voorkennis
1 min: leerdoelen en huiswerk
30 min: uitleg 
5 min: PAUZE
20 min: aan het werk!
15 min: leerdoelen testen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiscalculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 min: binnenkomst, welkom en spullen voor
10 min: voorkennis
1 min: leerdoelen en huiswerk
30 min: uitleg 
5 min: PAUZE
20 min: aan het werk!
15 min: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Een reclamebureau dat gespecialiseerd is online marketing heeft in 2018 een netto omzet behaald van € 280.000,-. Er werd een brutowinst behaald van 46% van de omzet exclusief BTW.
De vaste kosten bedroegen in 2018 € 98.900,-. Voor 2019 verwacht men een stijging van de vaste kosten van 10% ten opzichte van 2018.
Men verwacht dat de omzet in 2019 met 5% zal toenemen, ten opzichte van de omzet van 2018.

Slide 2 - Tekstslide

a. Bereken de veiligheidsmarge die behaald werd in 2018.

Slide 3 - Open vraag

Uitwerking
Omzet exclusief = € 280.000,-
BEO: € 98.900,- / 46 x 100 = € 215.000,-
VM: € 280.000,- - € 215.000,- / € 280.000,- x 100% = 23,21%

Slide 4 - Tekstslide

b. Bereken de veiligheidsmarge die voor 2019 wordt begroot.

Slide 5 - Open vraag

Uitwerking
Omzet € 280.000,- x 1,05 = € 294.000,-
Vaste kosten € 98.900,- x 1,10 = € 108.790,-
BEO: € 108.790,- / 46 x 100 = € 236.500,-
VM: € 294.000,- - € 236.500,- / € 294.000,- x 100% = 19,56%

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Je begrijpt wat fabricagekosten inhouden.
2. Je kan de fabricagekosten berekenen.

HUISWERK: 
opdrachten 1 tot 5 
paragraaf 1.2
Kostprijs & prijs

Slide 7 - Tekstslide

Fabricagekosten. Wat zijn dit?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Kostprijs & prijs

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Optie 1: Waar kennen we deze van?

Slide 12 - Tekstslide

Optie 2

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe stof: directe/indirecte kosten

Directe kosten -> direct toe te wijzen aan een product
Indirecte kosten -> kosten van een bedrijf die niet direct toe te wijzen zijn aan een product

Kun je voorbeelden verzinnen?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en promotiebedrijven worden verkocht. De consumentenprijs per aansteker bedraagt € 2,25 per 5 stuks. De wegwerpaanstekers worden aan de tussenhandel (B2B) geleverd voor € 15,00 per 50 stuks, exclusief BTW.
De bedrijfskosten over 2014 zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
Totale variabele kosten € 500.000,-
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks
Wat is de fabricagekostprijs?
Prijs af fabriek

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking:
De fabricagekostprijs bedraagt dan:

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en promotiebedrijven worden verkocht. De consumentenprijs per aansteker bedraagt € 2,25 per 5 stuks. De wegwerpaanstekers worden aan de tussenhandel (B2B) geleverd voor € 15,00 per 50 stuks, exclusief BTW.
De bedrijfskosten over 2014 zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
Totale variabele kosten € 500.000,-
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks
Hoeveel is de winst per aansteker? Maak onderscheid tussen tussenhandel en detailhandel.
Prijs af fabriek

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking:
De winst per aansteker bedraagt:

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en promotiebedrijven worden verkocht. De consumentenprijs per aansteker bedraagt € 2,25 per 5 stuks. De wegwerpaanstekers worden aan de tussenhandel (B2B) geleverd voor € 15,00 per 50 stuks, exclusief BTW.
De bedrijfskosten over 2014 zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
Totale variabele kosten € 500.000,-
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks
Hoeveel is de Break-even afzet?
Prijs af fabriek

Slide 19 - Tekstslide

Break-even afzet:

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en promotiebedrijven worden verkocht. De consumentenprijs per aansteker bedraagt € 2,25 per 5 stuks. De wegwerpaanstekers worden aan de tussenhandel (B2B) geleverd voor € 15,00 per 50 stuks, exclusief BTW.
De bedrijfskosten over 2014 zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
Totale variabele kosten € 500.000,-
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks
Hoeveel is de Break-even omzet?
Prijs af fabriek

Slide 21 - Tekstslide

Break-even omzet:
De break-even omzet bedraagt dan : 1.333.334 stuks x € 0,335 = € 446.667,-

Slide 22 - Tekstslide

Vragen?

Slide 23 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 1 t/m 4, par. 1.2
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 15 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

timer
20:00

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht:
Fabrikant Batavus brengt een nieuw type fiets op de markt: de Blockbuster Plus transportfiets.
De fiets wordt in Nederland geproduceerd tegen de volgende condities:  
Totale variabele kosten € 4.800.000,- 
Constante kosten € 3.000.000,-
De normale productiecapaciteit ligt op 20.000 stuks per jaar.

In het introductie jaar verwacht Batavus 16.000 stuks Blockbuster Plus te kunnen produceren en verkopen. De brutowinstmarge bedraagt 48,2% van de fabricagekostprijs van een fiets. 
Batavus ondersteunt de retailers met een landelijke promotie voor dit nieuwe model fiets.

Slide 26 - Tekstslide

a. Bereken de integrale kostprijs van een Blockbuster Plus.
timer
3:00

Slide 27 - Open vraag

Uitwerking:
Integrale kostprijs:
€ 3.000.000,- / 20.000 stuks = € 150,-
€ 4.500.000,- / 16.000 stuks = € 300,- +
                                                               € 450,-

Slide 28 - Tekstslide

b. Hoeveel bedraagt de brutowinst per fiets in euro’s?
timer
2:00

Slide 29 - Open vraag

Uitwerking:
Winst per fiets:
48,2% van € 450,- = € 216,90


Slide 30 - Tekstslide

c. Hoeveel bedraagt de netto verkoopprijs af fabriek?
timer
2:00

Slide 31 - Open vraag

Uitwerking:
Adviesverkoopprijs af fabriek:
€ 450,- + € 216,90 = € 666,90

Slide 32 - Tekstslide

d. Hoeveel Blockbusters Plus moet Batavus produceren en verkopen om alle kosten terug te kunnen verdienen?
timer
3:30

Slide 33 - Open vraag

Uitwerking:
Break-even punt:
€ 3.000.000,- / (666,90 - € 300,-) = 8.177 stuks.


Slide 34 - Tekstslide

HUISWERK
opdrachten 1 t/m 4
paragraaf 1.2
Kostprijs & prijs

Slide 35 - Tekstslide