Fabricagekostprijs, 10-3-2020, 10:30-12:00

Planning voor de les:
4 min: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 min: voorkennis
1 min: leerdoelen en huiswerk
20 min: uitleg 
5 min: PAUZE
40 min: aan het werk!
15 min: leerdoelen testen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiscalculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 min: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 min: voorkennis
1 min: leerdoelen en huiswerk
20 min: uitleg 
5 min: PAUZE
40 min: aan het werk!
15 min: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Fabricagekosten. Wat zijn dit?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen:
1. Je begrijpt wat fabricagekosten inhouden.
2. Je kan de fabricagekosten berekenen.

HUISWERK: 
opdrachten 1 tot 5 
paragraaf 1.2
Kostprijs & prijs

Slide 3 - Tekstslide

1

Slide 4 - Video

02:09
Welke kosten heb je gezien in de video?

Slide 5 - Woordweb

Kostprijs & prijs

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Optie 1: Waar kennen we deze van?

Slide 8 - Tekstslide

Optie 2

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en promotiebedrijven worden verkocht. De consumentenprijs per aansteker bedraagt € 2,25 per 5 stuks. De wegwerpaanstekers worden aan de tussenhandel (B2B) geleverd voor € 15,00 per 50 stuks, exclusief BTW.
De bedrijfskosten over 2014 zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
Totale variabele kosten € 500.000,-
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks
Prijs af fabriek

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking:
De fabricagekostprijs bedraagt dan:

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking:
De winst per aansteker bedraagt:

Slide 12 - Tekstslide

Break-even afzet:

Slide 13 - Tekstslide

Break-even omzet:
De break-even omzet bedraagt dan : 1.333.334 stuks x € 0,335 = € 446.667,-

Slide 14 - Tekstslide

Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 1 t/m 5, par. 1.2
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 15 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

timer
40:00

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht:
Fabrikant Batavus brengt een nieuw type fiets op de markt: de Blockbuster Plus transportfiets.
De fiets wordt in Nederland geproduceerd tegen de volgende condities:  
Totale variabele kosten € 4.800.000,- 
Constante kosten € 3.000.000,-
De normale productiecapaciteit ligt op 20.000 stuks per jaar.

In het introductie jaar verwacht Batavus 16.000 stuks Blockbuster Plus te kunnen produceren en verkopen.De winstmarge bedraagt 48,2% van de fabricagekostprijs van een fiets. 
Batavus ondersteunt de retailers met een landelijke promotie voor dit nieuwe model fiets.

Slide 18 - Tekstslide

a. Bereken de integrale kostprijs van een Blockbuster Plus.
timer
3:00

Slide 19 - Open vraag

Uitwerking:
Integrale kostprijs:
€ 3.000.000,- / 20.000 stuks = € 150,-
€ 4.500.000,- / 16.000 stuks = € 300,- +
                                                               € 450,-

Slide 20 - Tekstslide

b. Hoeveel bedraagt de winst per fiets in euro’s?
timer
2:00

Slide 21 - Open vraag

Uitwerking:
Winst per fiets:
48,2% van € 450,- = € 216,90


Slide 22 - Tekstslide

c. Hoeveel bedraagt de netto verkoopprijs af fabriek?
timer
2:00

Slide 23 - Open vraag

Uitwerking:
Adviesverkoopprijs af fabriek:
€ 450,- + € 216,90 = € 666,90

Slide 24 - Tekstslide

d. Hoeveel Blockbusters Plus moet Batavus produceren en verkopen om alle kosten terug te kunnen verdienen?
timer
3:30

Slide 25 - Open vraag

Uitwerking:
Break-even punt:
€ 3.000.000,- / (666,90 - € 300,-) = 8.177 stuks.


Slide 26 - Tekstslide

HUISWERK
opdrachten 1 tot 5
paragraaf 1.2
Kostprijs & prijs

Slide 27 - Tekstslide