2 november

Bonjour tout le monde
Prends ton livre !
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde
Prends ton livre !

Slide 1 - Tekstslide

Qu´est-ce qu´on va faire ?
Contrôler les devoirs 
Corriger les devoirs 
Overhoren van:
- les articles, l´adjectif, le pronom possessif
Wat gaan we nog meer doen?
- l´orthographe des verbes 

Slide 2 - Tekstslide

Les réponses de 8B + 8C

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de bepaalde lidwoorden?
A
le,la,des
B
le,la,les
C
un,une,des
D
le,une,les

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het meervoud van le en la ?
A
les
B
des

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf het woord in het meervoud:
Un personnage

Slide 6 - Open vraag

Schrijf het woord in het meervoud:
La main

Slide 7 - Open vraag

L´adjectif = het bijvoeglijk voornaamwoord


Een bijvoeglijk voornaamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Écrit quelques adjectifs

Slide 9 - Woordweb

Wat zijn de onregelmatige bijvoeglijke naamwoorden?
A
blanc,beau,bon,vieux, nouveau
B
blanc,petit,bon,vieux, nouveau
C
blanc,beau,bon, ouvert, froid
D
grand, bleu beau,bon, nouveau

Slide 10 - Quizvraag

Le livre est ........ (m)(grand/grande/grands/grandes)
Schrijf het goede bijvoeglijknwd op

Slide 11 - Open vraag

C´est une ....... fille(f)(beau/belle/beaux/belles)

Slide 12 - Open vraag

Ce sont des ........... chaussures (f) (nouveau, nouvelle, nouveaux, nouvelles)

Slide 13 - Open vraag

Le pronom possessif
Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

mes
sa
son
tes
mon
Mijn 
 (m,ev)
Jouw (mv)
Haar (m, ev)
Zijn (v, ev)
Mijn (mv)

Slide 16 - Sleepvraag

Si c´est ta table, où est ...... (mijn) table ?
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quizvraag

Est-ce que ce sont ........ (jouw) crayons ?
A
mes
B
tes
C
ses

Slide 18 - Quizvraag

Tu vois le portable? C´est le portable de Nienke. C´est ... (haar) portable.

Slide 19 - Open vraag

L´orthographe des verbes
Page 69 dans le livre. 
JE et TU c´est E, X ou S
Il, Elle, On c´est e, t, ou d
Les verbes sont comme ça excepté
Il va, elle va, on va et j´ai

Slide 20 - Tekstslide

Maak oefening 8D op page 69 et 70
Is de volgende les af!

Slide 21 - Tekstslide

De vervoegingen van je en tu eindigen op:
A
e, t , d
B
e, x, s

Slide 22 - Quizvraag

La fin

Slide 23 - Tekstslide