4 Een eigen bedrijf

Een eigen bedrijf
1 Werken in loondienst of als eigen baas
2 Omzet en afzet
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een eigen bedrijf
1 Werken in loondienst of als eigen baas
2 Omzet en afzet

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het voordeel
van een eigen bedrijf?

Slide 2 - Woordweb

Wat gaan we vandaag doen?


Uitleg --> Aan het eind van de les weet je:
- de voor- en nadelen van werken als zelfstandig ondernemer
- hoe je de omzet, brutowinst en nettowinst moet berekenen               

zelfstandig werken


Slide 3 - Tekstslide

Voordelen

alle verdiensten zijn voor jou

je kunt veel beslissingen nemen

je bepaalt zelf je werktijden
Nadelen

je hebt geen vast inkomen

je bent voor alles zelf verantwoordelijk

je maakt vaak lange werkdagen

je moet zelf voorzieningen regelen voor het geval je ziek of arbeidsongeschikt wordt

Slide 4 - Tekstslide

Als je een eigen bedrijf hebt, word je pensioen automatisch voor je gespaard
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Doel van een onderneming
Voor veel ondernemingen is het doel winst maken

winst = omzet - kosten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Afzet en omzet
Afzet = het aantal dat verkocht wordt

Omzet = het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers --> afzet x verkoopprijs

Slide 8 - Tekstslide

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  
Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst                                      

Slide 9 - Tekstslide

Een winkel verkoopt 14 boeken. De boeken kosten € 12,50 per stuk.
Wat is hier de afzet?
A
14
B
12,50
C
175
D
1,50

Slide 10 - Quizvraag

Een winkel verkoopt 14 boeken. De boeken kosten € 12,50 per stuk.
Wat is hier de omzet?
A
14
B
12,50
C
175
D
1,50

Slide 11 - Quizvraag

De omzet van de kledingwinkel van Kevin is € 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de bedrijfskosten zijn € 7.500.

De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 12 - Quizvraag

Opgaven
Begin aan de opgaven tot en met 4.14

Slide 13 - Tekstslide

Welke begrippen
heb je geleerd?

Slide 14 - Woordweb

Fijne dag

Slide 15 - Tekstslide